Corporate verslag

Woord van de voorzitter

De balans opmaken van de activiteiten van het afgelopen jaar is niet alleen een formaliteit. Het is een essentiële oefening die ons de mogelijkheid biedt om aan de burgers te tonen wat we in één jaar tijd hebben bereikt. Dit jaarverslag toont u de belangrijkste acties en resultaten die bijdragen aan de verwezenlijking van de strategische doelstellingen die zijn bepaald in het managementplan 2012-2017.

U vindt deze projecten en resultaten terug in de twee hoofdrubrieken:

  • het deel ‘Highlights’ vermeldt de acties die zijn gevoerd of geïnitieerd om de doeltreffendheid, de efficiëntie en de dienstverlening te verbeteren
  • het deel ‘Cijfers’ vermeldt de belangrijkste resultaten verbonden aan de activiteiten van de FOD Financiën tijdens het jaar 2014

Er zijn ook nog de volgende rubrieken:

  • het deel ‘Beheer’ bevat informatie van institutionele aard
  • het deel ‘Regelgeving’ bevat informatie over de regelgeving die tijdens het jaar 2014 werd gemaakt
  • het deel ‘Global Reporting Initiative’ maakt de inventaris op van de initiatieven die werden genomen om de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de FOD Financiën te waarborgen
  • het deel ‘Andere verslagen’ consolideert de verslagen die eigen zijn aan bepaalde van onze diensten (Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken, Agentschap van de Schuld, Zilverfonds)

De strategie van de FOD Financiën, die zich vertaalt in onze acties, wil garanderen dat onze opdrachten tot een goed einde worden gebracht, met een optimale aanwending van de middelen en binnen de toegestane termijn. Bijgevolg zijn de reorganisatie van de administratie en de verdere professionalisering twee belangrijke pijlers waaraan wij hard hebben gewerkt.

Dit verslag is ook de weerspiegeling van de politieke context waarbinnen België evolueert. Het jaar 2014 was ook het jaar van de zesde Staatshervorming, waardoor wij bepaalde bevoegdheden hebben overgedragen aan de gewesten en gemeenschappen. Wij hebben onze nieuwe minister van Financiën, Johan van Overtveldt, verwelkomd.

Veel leesplezier!

Hans D'Hondt
Voorzitter van het Directiecomité
FOD Financiën

Drie doelstellingen als strategische mijlpaal

Rode draad

Voor het derde opeenvolgende jaar vormen de strategische doelstellingen van de FOD Financiën de rode draad van het jaarverslag. Deze doelstellingen werden vastgelegd in het managementplan 2012-2017. Ze vormen het ideaal dat de FOD Financiën nastreeft tegen 2017 en ook daarna1. Het gaat om:

  • de doeltreffendheid (resultaten)
  • de efficiëntie (middelen om de resultaten te behalen)
  • de dienstverlening (kwaliteit)

Om die doelstellingen te halen, vertaalt elke administratie en stafdienst ze jaarlijks in doelstellingen en in concrete initiatieven. In de rubriek ‘Highlights’ vindt u voor elke strategische doelstelling de realisaties van het afgelopen jaar. Doeltreffendheid, efficiëntie en dienstverlening zijn dus begrippen die u vaak zult terugvinden wanneer u het jaarverslag leest. Daarom stelt de zoekmachine met filters u ook in staat om de zoekresultaten te verfijnen op basis van die doelstellingen (naast thema’s, doelgroepen en betrokken entiteiten).

Werken met strategische doelstellingen

Elke organisatie moet zich een beeld vormen van wat ze in de toekomst wil worden. Waar wil de FOD Financiën op middellange en lange termijn naartoe? Welke doelen moet de FOD nastreven met de beschikbare middelen (personeelsmiddelen, financiële middelen, materiële middelen …)? Daarbij rekening houdend met de omgevingscontext die een invloed uitoefent op de organisatie. Deze omgeving bestaat uit de actoren waarmee de FOD Financiën rechtstreeks in contact staat (burgers, ondernemingen, leveranciers …) maar ook uit externe factoren (politieke, juridische, economische …). Die laatste zijn bovendien instabiel.

De strategische doelstellingen werden uitgewerkt op basis van een SWOT-analyse. De concrete initiatieven moeten erop gericht zijn om de strategische doelstellingen te behalen. Managementinstrumenten (zoals projectbeheer of beheerscontrole) staan daar uiteraard voor in. Ze gaan ook na dat deze initiatieven kunnen ingevoerd worden en dat ze indien nodig ook kunnen aangepast worden.

De strategische doelstellingen onder de loep

Doeltreffendheid, efficiëntie en dienstverlening zijn ruime begrippen, ze moeten verduidelijkt worden. Onder ‘dienstverlening’ wordt verstaan het werk (de diensten) dat de FOD Financiën levert ten voordeel van de gemeenschap, burgers en ondernemingen. Om de kwaliteit daarvan te verbeteren, hecht de FOD Financiën veel belang aan diensten online (Tax-on-web, MyMinfin …) ter beschikking stellen. Ook het project ‘leesbaarheid’ is een goed voorbeeld van dienstverlening. Daarbij worden typebrieven voor de belastingplichtigen herschreven (betalingsherinneringen verkeersbelasting, niet-reglementaire btw-betalingen, betalingsberichten voor de alimentatievorderingen …).

Voor sommigen is het onderscheid tussen ‘doeltreffendheid’ en ‘efficiëntie’ onduidelijk. Deze begrippen worden in het dagelijkse taalgebruik vaak verward. Ze zijn nochtans duidelijk verschillend. Efficiëntie (van het Engelse woord ‘efficiency’) is een tamelijk recent begrip, aangezien doeltreffendheid lang als de enige kwaliteit van een organisatie werd gezien. Doeltreffendheid hangt samen met het bereiken van een doel (een actie waarmee het resultaat wordt behaald wordt beschouwd als doeltreffend). Efficiëntie betekent een doel behalen tegen minimale kosten (een doel dat wordt bereikt tegen hoge kosten is inefficiënt, ook al kunnen we in dat geval van doeltreffendheid spreken).

Het gebruik van datamining in het kader van de fiscale verplichtingen is een voorbeeld van doeltreffendheid. Datamining gaat over gegevensbanken die op basis van algoritmes selectieve informatie opsporen en gebruiken (bijvoorbeeld te controleren dossiers). In 2014 werd een telefoondienst opgericht om contact op te nemen met schuldenaars van btw en bedrijfsvoorheffing . De telefoondienst nodigt hen uit om hun schulden te betalen voor de invordering wordt opgestart. Efficiëntie is het richtsnoer bij het aanpassen van de werkingsprocessen. Die werkprocessen worden herdacht om enerzijds het werk vlotter te laten verlopen en om anderzijds verspilling te vermijden .

Doeltreffendheid, efficiëntie en dienstverlening zijn binnen onze organisatie richtinggevende begrippen.

 

1 In 2016 wordt dit managementplan vervangen door een bestuursovereenkomst met een duur van drie jaar.

 

Personeelsmiddelen in 2014

Het Fedorest- en schoonmaakpersoneel (respectievelijk 1.017 en 868 personen) is niet opgenomen in deze gegevens. Deze gegevens zijn gebaseerd op de 'Integratielijst' die maandelijks geüpdatet wordt. Dat is de database die de nieuwe structuur van de FOD Financiën weerspiegelt (KB van 03.12.2009).

#

tabel1nl_1.jpg

Personeel: opdeling per algemene administratie en per niveau (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per algemene administratie en per niveau (toestand op 31.12.2014)
Algemene Administraties Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Totaal per AA
AA Bijzondere Belastinginspectie 363 180 45 16 604
AA Douane en Accijnzen 552 1.238 1.322 549 3.661
AA Fiscaliteit 2.947 2.970 2.148 719 8.784
AA Inning en Invordering 745 959 1.114 266 3.084
AA Patrimoniumdocumentatie 853 1.616 1.589 333 4.391
AA Thesaurie 128 119 115 53 415
Totaal per niveau 5.588 7.082 6.333 1.936 20.939

Personeel: opdeling per stafdienst en per niveau (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per stafdienst en per niveau (toestand op 31.12.2014)
Stafdiensten Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Totaal per SD
SD Begroting en Beheerscontrole 62 30 17 9 118
SD Beleidsexpertise en -ondersteuning 104 30 22 14 170
SD ICT 163 207 43 20 433
SD Personeel en Organisatie 195 239 167 52 653
SD Logiestiek 81 134 229 259 703
Totaal per niveau 605 640 478 354 2.077

Personeel: opdeling per autonome diensten en per niveau (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per autonome diensten en per niveau (toestand op 31.12.2014)
Autonome diensten Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Totaal per dient
Dienst Voorafgaande beslissingen 90 24 16 0 130
Fiscale Bemiddelingsdienst 21 5 1 0 27
Totaal per niveau 111 29 17 0 157

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per niveau (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per niveau (toestand op 31.12.2014)
Diensten van de Voorzitter Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Totaal per dienst
Beheer persoonlijke gegevens 6 4 1 0 11
Buitenlandse investeringen 3 2 0 0 5
Duurzame Ontwikkeling 7 0 0 0 7
Interne Audit 2 0 1 0 3
Multikanaal dienstverlening 13 30 27 4 74
Privacy 4 1 0 0 5
Service juridique 8 2 0 0 10
Strategische coordinatie en Communicatie 42 7 7 0 56
Voorzitter 14 3 4 2 23
Waarnemingspost gewestelijke fiscaliteit 2 1 0 0 3
Totaal per niveau 101 50 40 6 197

#

Personeel: opdeling per algemene administratie en per statuut (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per algemene administratie en per statuut (toestand op 31.12.2014)
Algemene Administraties Contractuelen Rosetta Statutairen Totaal per AA
AA Bijzondere Belastinginspectie 6 0 598 604
AA Douane en Accijnzen 228 10 3.423 3.661
AA Fiscaliteit 612 13 8.159 8.784
AA Inning en Invordering 309 21 2.754 3.084
AA Patrimoniumdocumentatie 454 14 3.923 4.391
AA Thesaurie 60 6 349 415
Totaal per statuut 1.669 64 19.206 20.939

Personeel: opdeling per stafdienst en per statuut (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per stafdienst en per statuut (toestand op 31.12.2014)
Stafdiensten Contractuelen Rosetta Statutairen Totaal per SD
SD Begroting en Beheerscontrole 14 2 102 118
SD Beleidsexpertise en -ondersteuning 20 4 146 170
SD ICT 19 0 414 433
SD Personeel en Organisatie 90 12 551 653
SD Logiestiek 150 54 499 703
Totaal per statuut 293 72 1.712 2.077

Personeel: opdeling per autonome diensten en per statuut (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per autonome diensten en per statuut (toestand op 31.12.2014)
Autonome diensten Contractuelen Rosetta Statutairen Totaal per dienst
Dienst Voorafgaande beslissingen 3 0 127 130
Fiscale Bemiddelingsdienst 0 0 27 27
Totaal per statuut 3 0 154 157

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per statuut (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per statuut (toestand op 31.12.2014)
Diensten van de Voorzitter Contractuelen Rosetta Statutairen Totaal per dienst
Beheer persoonlijke gegevens 0 0 11 11
Buitenlandse investeringen 0 0 5 5
Duurzame Ontwikkeling 1 0 6 7
Interne Audit 0 0 3 3
Multikanaal dienstverlening 13 2 59 74
Privacy 1 0 4 5
Service juridique 0 0 10 10
Strategische coordinatie en Communicatie 3 0 53 56
Voorzitter 3 1 19 23
Waarnemingspost gewestelijke fiscaliteit 0 0 3 3
Totaal per statuut 21 3 173 197

#

tabel3nl.jpg

Personeel: opdeling per algemene administratie en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per algemene administratie en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)
Algemene Administraties 18-25 26-35 36-45 46-55 56-60 60+ Totaal per AA
AA Bijzondere Belastinginspectie 4 152 154 175 98 21 604
AA Douane en Accijnzen 146 640 657 1.076 952 190 3.661
AA Fiscaliteit 64 893 1.981 3.176 2.118 552 8.784
AA Inning en Invordering 46 420 598 1.138 754 128 3.084
AA Patrimoniumdocumentatie 55 645 946 1.442 962 341 4.391
AA Thesaurie 8 50 59 156 109 33 415
Totaal per leeftijd 323 2.800 4.395 7.163 4.993 1.265 20.939

Personeel: opdeling per stafdienst en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per stafdienst en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)
Stafdiensten 18-25 26-35 36-45 46-55 56-60 60+ Totaal per SD
SD Begroting en Beheerscontrole 3 24 34 39 12 6 118
SD Beleidsexpertise en -ondersteuning 5 33 33 48 36 15 170
SD ICT 2 101 114 135 65 16 433
SD Personeel en Organisatie 16 132 146 203 138 18 653
SD Logiestiek 54 89 116 242 162 40 703
Totaal per leeftijd 80 379 443 667 413 95 2.077

Personeel: opdeling per autonome diensten en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per autonome diensten en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)
Autonome diensten 18-25 26-35 36-45 46-55 55-60 60+ Totaal per dienst
Dienst Voorafgaande beslissingen 2 35 38 37 14 4 130
Fiscale Bemiddelingsdienst 0 3 10 7 5 2 27
Totaal per leeftijd 2 38 48 44 19 6 157

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per leeftijd (toestand op 31.12.2014)
Diensten van de Voorzitter 18-25 26-35 36-45 46-55 56-60 60+ Totaal per dienst
Beheer persoonlijke gegevens 3 0 4 3 1 0 11
Buitenlandse investeringen 1 0 0 1 3 0 5
Duurzame Ontwikkeling 0 1 2 3 0 1 7
Interne Audit 0 0 2 0 0 1 3
Multikanaal dienstverlening 2 19 24 13 16 0 74
Privacy 0 0 2 3 0 0 5
Service juridique 0 2 1 5 0 2 10
Strategische coordinatie en Communicatie 2 23 13 13 5 0 56
Voorzitter 1 1 4 7 7 3 23
Waarnemingspost gewestelijke fiscaliteit 0 0 0 0 1 2 3
Totaal per leeftijd 9 46 52 48 33 9 197

#

tabel4nl.jpg

Personeel: opdeling per algemene administratie en per taalrol (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per algemene administratie en per taalrol (toestand op 31.12.2014)
Algemene Administraties D FR NL Totaal per AA
AA Bijzondere Belastinginspectie 0 256 348 604
AA Douane en Accijnzen 50 1.095 2.516 3.661
AA Fiscaliteit 75 3.741 4.968 8.784
AA Inning en Invordering 29 1.476 1.579 3.084
AA Patrimoniumdocumentatie 38 1.867 2.486 4.391
AA Thesaurie 0 214 201 415
Totaal per taal 192 8.649 12.098 20.939

Personeel: opdeling per stafdienst en per taalrol (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per stafdienst en per taalrol (toestand op 31.12.2014)
Stafdiensten D FR NL Totaal per SD
SD Begroting en Beheerscontrole 0 50 68 118
SD Beleidsexpertise en -ondersteuning 1 90 79 170
SD ICT 0 228 205 433
SD Personeel en Organisatie 1 315 337 653
SD Logiestiek 7 289 407 703
Totaal per taal 9 972 1.096 2.077

Personeel: opdeling per autonome diensten en per taalrol (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per autonome diensten en per taalrol (toestand op 31.12.2014)
Autonome diensten D FR NL Totaal per dienst
Dienst Voorafgaande beslissingen 0 61 69 130
Fiscale Bemiddelingsdienst 0 12 15 27
Totaal per taal 0 73 84 157

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per taalrol (toestand op 31.12.2014)

#

Personeel: opdeling per Diensten van de Voorzitter en per taalrol (toestand op 31.12.2014)
Diensten van de Voorzitter D FR NL Totaal per dienst
Beheer persoonlijke gegevens 0 5 6 11
Buitenlandse investeringen 0 2 3 5
Duurzame Ontwikkeling 0 4 3 7
Interne Audit 0 0 3 3
Multikanaal dienstverlening 0 43 31 74
Privacy 0 5 0 5
Service juridique 0 4 6 10
Strategische coordinatie en Communicatie 0 31 25 56
Voorzitter 0 10 13 23
Waarnemingspost gewestelijke fiscaliteit 0 2 1 3
Totaal per taal 0 106 91 197

#

#

#

 tabel7nl.jpg

#

tabel8nl.jpg

Budget

Werkingsbudget FOD Financiën 2014 (in duizend euro)

#

Werkingsbudget FOD Financiën 2014 (in duizend euro)
  Vastleggingskredieten Vastgelegde verbintenissen Vereffeningskredieten Gerealiseerde betalingen
Personeelskosten 1.338.728 1.297.931 1.322.811 1.298.608
Algemene werkings- en investeringsuitgaven 129.895 124.816 126.386 115.492
ICT werkings- en investeringsuitgaven 94.378 94.357 106.440 102.251
Specifieke werkingskosten 103.230 102.894 104.839 104.620
Voorschotten op alimentatievorderingen 24.400 24.400 23.511 23.510
Fedorest 30.814 30.814 30.814 30.814
Shape 6.814 6.721 6.818 5.599
Beleidsorganen 5.790 3.956 5.790 3.745
Internationale financiële betrekkingen 100 0 100 0
Andere 153.509 150.824 132.087 127.137
Totaal 1.887.658 1.836.713 1.859.596 1.811.776
Commentaren

De omzendbrieven inzake begrotingsbehoedzaamheid hebben een administratieve blokkering van de kredieten opgelegd.

Voor de FOD Financiën kwamen deze administratieve blokkeringen neer op een bedrag van 75,805 miljoen euro (luik vastleffingen) en een bedrag van 91,386 miljoen euro (luik betalingen).

Deze tabel is een weergave van de initiële kredieten verminderd met de opgelegde blokkeringen. De kredieten met betrekking tot de volgende dossiers werden buiten beschouwing gelaten:

  • deelneming van de Belgische Staat in het kapitaal van de NV European Stability Mecanism;
  • plan voor steun aan Griekenland goedgekeurd door de Eurogroep;
  • Belgische SMP-bijdrage;
  • bijdrage aan de PRGT-subsidy account van het IMF;
  • Afrikaans Fonds;
  • inschrijving van België bij het IMF.

Ontvangsten door de FOD Financiën 2014 (in duizend euro)

#

Ontvangsten door de FOD Financiën 2014 (in duizend euro)
Fiscale ontvangsten Inkomstenbelastingen 55.075.508
Btw, diverse rechten en taksen 37.439.549
Andere indirecte belastingen 537.262
Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen 351.049
Andere directe belastingen 315.147
Douanerechten 2.113.638
Accijnzen 7.885.547
Totaal 103.717.701
Niet-fiscale ontvangsten Directe belastingen -39.602
Indirecte belastingen (btw en registratie) 816.222
Indirecte belastingen (Kadaster) 7.627
Douane en Accijnzen 21.543
Thesaurie 2.683.219
Rijksschuld 803.268
Totaal 4.292.277
Algemeen totaal 108.010.088

Van de ontvangsten die de FOD Financiën int voor de Belgische federale overheid, is een gedeelte bestemd voor de financiering van andere overheden zoals de Europese Unie, de gemeenschappen en gewesten, de Sociale Zekerheid, de gemeenten en provincies ... (zie tabel 'Geaffecteerde ontvangsten bestemd voor de financiering van andere overheden 2014'). De overdracht van die 'geaffecteerde ontvangsten' gebeurt in het kader van de bijzondere financieringswet.

Wat er na de 'affectaties' overblijft, zijn de Rijksmiddelen die elk jaar door het Belgisch Parlement moeten worden goedgekeurd. Het grootste gedeelde hiervan zijn de zgn. 'primaire behoeften' die worden opgedeeld in:

  • dotaties
  • de Cel Gezagsdepartementen (waaronder de FOD Justitie, de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de FOD Financiën (zie tabel 'Werkingsbudget FOD Financiën 2014'), Defensie en de Federale politie)
  • de Sociale Cel (waaronder de Pensioenen en Middenstand, en de FOD Sociale Zekerheid)
  • de Economische Cel (waaronder de FOD Mobiliteit en Vervoer)

Daarnaast moet en ook de jaarlijkse toename van de staatsschuld en de rentelast op die schuld gefinancierd worden.

Geaffecteerde ontvangsten bestemd voor de financiering van andere overheden 2014 (in duizend euro)

#

Organigram

organigram_fod_nl_rood_bis.jpg

Stakeholders

Overzicht van de stakeholders van de FOD Financiën

  •  Medewerkers en management
    • Medewerkers
    • Stafdiensten
    • Algemene administraties
    • Diensten van de Voorzitter
    • Autonome diensten
  • Bedrijven, gemeenschappen
    • Federaties van bedrijven
    • Belgische bedrijven
    • Buitenlandse bedrijven
    • Transportbedrijven
    • Verenigingen
    • NGO's
    • Sportclubs
    • Mutualiteiten
    • Banken
    • OCMW's
    • De Post
    • Enz.
  • Burgers, belastingplichtigen - belastingschuldigen, syndicaten
  • Institutionele partners, politieke voogdij en Burgerlijke vennootschap
    • Kanselarij van de Eerste Minister
    • Kabinetten
    • Regering
    • Parlement
    • Vereniging van Steden en Gemeenten
    • Provincies
    • Regio's
    • Gemeenschappen
    • Federale overheidsdiensten
    • Programmatorische federale overheidsdiensten
    • Inspectie van Financiën
    • Europese Unie
    • Europese Instellingen
    • Belgischeen buitenlandse Kamers van Koophandel
    • Ambassades, consulaten
    • Rekenkamer
    • Grenscommissies
    • Vietnamees Kadaster
    • Politie, Interpol, Europol
    • Enz.
  • Leveranciers en schuldeisers
  • Media, pers
  • Wetenschappers, specialisten en experten
    • Universiteiten
    • Gerechtsdeurwaarders, notarissen, schuldbemiddelaars
    • Advocaten, rechtbanken, gerechtshoven
    • Architecten, landmeters
    • Nationaal Geografisch Instituut
    • Nationaal Instituut voor de Statistiek
    • Onderzoekscentra
    • Experten (PB, Ven.B., btw, boekhouding ...)
    • Consultancy bureaus (IT, Business ...)
    • Enz.

De reorganisatie van de FOD Financiën wordt werkelijkheid

Begin 2013 heeft de FOD Financiën gekozen voor een omvangrijke reorganisatie. Dat was het begin van de ‘kanteling’ in een nieuwe structuur: duidelijk, vereenvoudigd en gebaseerd op resultaten. Reorganisatie vraagt echter tijd en dat zeker in een administratie met een omvang zoals die van Financiën. De kanteling in de nieuwe structuur begon in september 2013, is in 2014 concreet geworden en zal in 2015 volledig verwezenlijkt zijn. Hierbij worden vanzelfsprekend de algemene administraties en de stafdiensten actief betrokken: de Dienst Strategische Coördinatie en Communicatie (SCC) zorgt voor de noodzakelijke algemene coördinatie. Om die coördinatie te realiseren, werden verschillende tools in werking gesteld: informatieplatform, geïntegreerde planning, uniforme communicatie en rapportering aan het Directiecomité.

Personeelsleden kiezen hun plaats in de nieuwe structuur van de FOD

In het kader van zijn reorganisatie ontwikkelde de FOD Financiën een keuzesysteem dat de betrokken personeelsleden toeliet om een standplaats en functie binnen hun entiteit te kiezen. 18.564 personeelsleden die in 2013 aan een administratie of stafdienst met meer dan één standplaats (gemeente of stad) waren toegewezen, konden in 2014 kiezen tussen de verschillende standplaatsen binnen hun entiteit.

Een belangrijke sociale maatregel waren de voorrangsrechten: de personeelsleden die in een bepaalde standplaats werkte, had voorrang in die standplaats of in een standplaats in de buurt als hun eigen standplaats zou sluiten door de reorganisatie. 16.020 personeelsleden gebruikten dat voorrangsrecht.

Uiteindelijk kregen 17.401 personeelsleden (93,74 %) één van hun keuzes. Voor 14.923 onder hen (80,39 %) was dat zelfs hun eerste keuze. De andere personeelsleden werden toegewezen door de managers op basis van de noden van de organisatie.

Na deze vrij pragmatische en grotendeels geautomatiseerde toewijzing had de FOD Financiën ook oog voor het sociaal aspect. Een opvolgingscomité waakte over de correcte uitvoering van de kanteling en onderzocht ook medische en sociale problematieken. Personeelsleden die bij de toewijzing in een standplaats terechtkwamen waar ze om ernstige sociale of medische redenen hun taken niet konden uitvoeren, kregen een tijdelijk of permanent alternatief.

In juli 2014 ging ook de echte uitvoering van de kanteling van start: 2.159 personeelsleden ‘kantelden’ zo in de nieuwe structuur.

Voorbereiden van de steunpilaar die noodzakelijk was voor het organiseren van de verhuisbewegingen

Op basis van een uitvoerige werklastmeting in 2013 heeft de Stafdienst Logistiek vanuit efficiëntieoverwegingen zijn personeel in de definitieve structuur ondergebracht. Die meting, noodzakelijk in het kader van de modernisering, vormde een prioriteit omdat Logistiek een van de eerste diensten was die volledig werd gereorganiseerd.

Op die manier heeft de Stafdienst Logistiek in de loop van 2014 zijn rol kunnen spelen bij de organisatie van de interne verhuisbewegingen (van personeel en materieel) om zo de definitieve structuur van de FOD Financiën te kunnen ontwikkelen.

Nieuwe structuur van de Stafdienst Personeel en Organisatie na de reorganisatie

De Stafdienst Personeel en Organisatie (P&O) voerde zijn reorganisatie door op 1 juli 2014. De nieuwe structuur is erop gericht om de administraties en andere stafdiensten zo goed mogelijk in hun taken te ondersteunen.

De centrale P&O-diensten zijn als volgt gestructureerd:

  • ondersteunende diensten (communicatie, budget, beheerscontrole, informatica … )
  • expertisecentra waar aan een nieuw HR-beleid en nieuwe HR-projecten wordt gewerkt (zoals loopbaanbegeleiding, welzijn en leadership)
  • Business Partners die de managers bijstaan in hun HR-beleid en een strategische, adviserende rol uitoefenen
  • een Shared Service Center dat de HR- dossierbehandeling verzekert en klaarstaat voor alle mogelijke HR-vragen van de personeelsleden.

Daarnaast heeft P&O ook regionale diensten die in de provincies een actieve ondersteuning bieden bij bv. het absenteïsmebeleid en de evaluatiecycli, en zo in de praktijk de HR-politiek ondersteunen.

Nieuwe structuur van de Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie

De Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (AABBI) is de eerste algemene administratie die volledig naar de nieuwe structuur is gekanteld.  Bij die kanteling, in 2014 voltooid, waren meer dan 600 medewerkers betrokken, verspreid over de centrale administratie en de verschillende buitendiensten in Brussel, Antwerpen, Hasselt, Gent, Brugge, Namen, Luik, Charleroi en Bergen.

Op operationeel niveau had deze kanteling als doel om de doeltreffendheid en de efficiëntie van de FOD Financiën in de strijd tegen de grote fiscale fraude te verbeteren door optimaal gebruik te maken van alle beschikbare menselijke en materiële middelen. 

Net zoals het opzetten van een fraudemechanisme vergt de strijd tegen de fiscale fraude een multidisciplinaire aanpak. Voor alle stappen in de procedure zijn specialisten in de diverse  fiscale wetgevingen maar ook informatica- en dataminingspecialisten nodig.  

De operationalisering van de werkprocessen en de nieuwe structuur van de AABBI zijn dan ook in overeenstemming met deze multidisciplinaire aanpak. De processen en de nieuwe structuur beogen een hogere doeltreffendheid van de onderzoeken, waarbij de nadruk op de kerntaken ligt, en een geïntegreerde aanpak doorheen alle bevoegdheidsdomeinen.  Ook wordt bijzondere aandacht geschonken aan de kennisdeling en de constante bijscholing van de ambtenaren.   

De organisatie van de centrale administratie van de AABBI is in grote mate gelijk aan die van de andere algemene administraties en weerspiegelt de structuur op strategisch niveau.  De AABBI bevat ook nog de Dienst Coördinatie anti-fraude (CAF): dat is een autonome dienst die rechtstreeks afhangt van de administrateur-generaal van de AABBI en die  de samenwerking tussen alle diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de strijd tegen de fiscale fraude coördineert en opvolgt. 

Wat de buitendiensten betreft, telt de AABBI voortaan vijf gewestelijke directies: Antwerpen, Brussel, Gent, Namen en de nieuwe 5de die bestaat uit inspectieteams verspreid over het hele grondgebied. De functionele organisatie van de operationele diensten stemt overeen met de nieuwe werkprocessen. Elke gewestelijke directie heeft nagenoeg dezelfde structuur:

  • een dienst ‘inputbeheer’ die instaat voor het sneller en doeltreffender selecteren van alle relevante fraudesignalen
  • een afdeling ‘operaties fraudebestrijding’ die bestaat uit een aantal polyvalente en multidisciplinaire inspectiediensten (verantwoordelijk voor het verrichten van fiscale onderzoeken) en gespecialiseerde ondersteuningscellen (douane, informatica en patrimoniumdocumentatie)
  • een afdeling ‘juridische zaken’ die is samengesteld uit een cel geschillen en een cel invordering

Nieuwe structuur van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering

In 2014 heeft de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering (AAII) de eerste grote stappen van haar modernisering gezet. Een nieuwe structuur werd zo ontwikkeld:

Op 1 januari 2014 werden het Inningscentrum en de Invorderingscentra opgericht. Die centra worden voortaan georganiseerd op basis van hun hoofdtaken, met name de inning (betalingen, terugbetalingen ...) en de invordering (recuperatie van belastingschulden), zonder een onderscheid te maken in de aard van de belasting.

Sedert 1 mei 2014 heeft de AAII ook de Administratie van de niet-fiscale Invordering in haar organisatie opgenomen (de vroegere kantoren der Domeinen en Penale Boeten en de Dienst voor Alimentatievorderingen of DAVO).

Op 1 juli 2014 begon de AAII met de integratie van haar medewerkers in de nieuwe structuur: de ambtenaren van de directiediensten van de verschillende centra (zoals de Juridische Dienst, de Dienst Boekhoudcontrole en de Dienst Comptabiliteit) namen hun nieuwe functies op. Op 1 september 2014 was het de beurt aan de centrale diensten van de AAII (zoals de Dienst Operationele Coördinatie en  Communicatie en de Dienst Operationele Expertise en Ondersteuning) om hun structuur te operationaliseren en de medewerkers daarin onder te brengen.  Nadien kwamen nog de kantoren van de DAVO die op 1 oktober werden geoperationaliseerd.

Het jaar 2014 was dus een eerste grote test voor de modernisering van de AAII en voor de evaluatie van de procedures inzake personeelsbewegingen en aanpassing van de informaticatoepassingen die in 2015 plaatsvinden.

Nieuwe structuur van de Stafdienst Beleidsexpertise en -ondersteuning

Vanaf 1 mei 2014 is de nieuwe Stafdienst Beleidsexpertise en -ondersteuning (BEO) echt van start gegaan. In eerste instantie zijn een aantal administraties, diensten en cellen die de opdrachten en taken uitvoeren die tot de missie van BEO behoren, effectief gehergroepeerd. Het gaat om de vroegere Administratie Fiscale Zaken, de Studie- en Documentatiedienst met inbegrip van de bibliotheek, de projectcel Fisconet, de Dienst Coördinatie van de Internationale Relaties en de Coördinatie van het Risicobeheer. Ze zijn ondergebracht in de 5 operationele diensten van BEO:

  • Dienst Reglementering
  • Coördinatie van de Internationale Relaties
  • Coördinatie van het Risicobeheer
  • Studiedienst
  • Kenniscentrum

Deze  5 diensten zijn belast met de volgende activiteiten:

  • het opstellen, de coördinatie, de implementatie en de opvolging van de wetgeving in de materies die tot de bevoegdheid van de FOD Financiën behoren (in 2014 nog met uitzondering van de wetgeving D&A en Thesaurie)
  • de realisatie van studies over de impact van beleidsopties en de analyse van de resultaten van het gevoerde beleid
  • de realisatie van een integraal risicobeleid
  • het beheer en ter beschikking stellen van relevante informatie en van informatiebronnen
  • het coördineren van de internationale relaties

Zowel vanuit het oogpunt van efficiëntie en doeltreffendheid, maar ook met de bedoeling om een betere dienstverlening te verlenen, is het belangrijk dat die al activiteiten vanuit één stafdienst worden ontwikkeld. Meer en meer wordt er een geïntegreerd beleid gevoerd waar alle aspecten van fiscaliteit en financiën samen met de budgettair-economische politiek en de maatschappelijke doelstellingen die de regering wil bereiken, aan bod komen. Bovendien moet dat beleid worden opgevolgd en is een gecoördineerd rapportering noodzakelijk. De Stafdienst BEO verenigt al die aspecten en wordt een permanente ondersteuning voor de minister, de staatssecretaris en hun kabinetten bij het uitstippelen en uitvoeren van hun beleid. BEO wordt de schakel om de wijzigingen aan de reglementering die door de operationele diensten nodig worden geacht, tot op het beleidsniveau te brengen. Deze stafdienst biedt tevens, ten behoeve van de operationele administraties en andere stafdiensten, een transversale ondersteuning op vlak van kennisbeheer, risicobeheer en internationale relaties.

Vermindering van het aantal kantoren met behoud van een kwaliteitsvolle dienstverlening

Minder personeel, oude en energievretende gebouwen … terechte argumenten die de FOD Financiën ertoe hebben aangezet om zijn huisvestingsaanpak te herdenken. In 2014 werden 49 sites (met één of meer gebouwen) verlaten en zijn er nieuwe werven opgestart, met het vaste voornemen om de dienstverlening op peil te houden. Naast plaatsen met gebouwen waar bezoekers gemakkelijk kunnen langskomen, startte de FOD Financiën een proefproject waarbij in steden en gemeenten met een beperkt openbaar vervoer permanenties worden georganiseerd.

In het Infrastructuurplan Horizon 2015 verbindt de FOD Financiën zich tot een reorganisatie met als doel om in 2016 het aantal locaties waar personeel wordt gehuisvest progressief te verminderen tot 182 sites. Op 1 januari 2010 waren dat er nog 455.

Deze beslissing heeft verschillende redenen. De belangrijkste  zijn:

  • Het budgettaire aspect: aangezien het aantal ambtenaren voortdurend afneemt, is er minder werkruimte nodig. Door op een efficiënte manier te handelen, wordt er optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare middelen zonder dat de kwaliteit van de dienstverlening hieronder lijdt.
  • Vele gebouwen waren oud en energieverslindend.

Die maken nu plaats voor nieuwe complexen (bv. Bergen en Luik) die beantwoorden aan een moderne, doordachte en duurzame bezettingspolitiek.

Bij de bouw van de Financietoren van Luik bijvoorbeeld heeft men heel veel zorg besteed aan kwaliteit. Dat uit zich in het gebruik van :

  • zonnepanelen
  • recuperatie van regenwater
  • een hoog rendementscondensatieverwarmingsketel
  • driedubbel glas

Bij deze reorganisatie blijft een goede dienstverlening de hoofdbekommernis. Enerzijds wil de FOD Financiën, door haar diensten te reorganiseren, aan de belastingplichtige de mogelijkheid bieden om zich voor alle inlichtingen die hij nodig heeft tot één locatie te wenden. Anderzijds is het ook de bedoeling om met de geplande veranderingen de toegang tot de burelen te vergemakkelijken. Opdat de burger op een behoorlijke manier zou kunnen worden ontvangen, wordt overal de inrichting van het onthaal en de loketten met heel veel zorg uitgewerkt. En vaak bieden die nieuwe gebouwen veel mogelijkheden voor toegang via het openbaar vervoer.

In 2014 heeft de FOD Financiën de inspanningen om zijn diensten te centraliseren, verdergezet. Op die manier werden 49 locaties verlaten. De kaart hieronder geeft per provincie de evolutie weer van het aantal locaties waar het personeel wordt gehuisvest.

Tegen 2016 moeten nog 97 sites verlaten worden.

In het kader  van de centralisatie van diensten en om te anticiperen op het verdwijnen van sommige kantoren startte de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (AAFisc) op 1 september 2014 de pilootfase van het project ‘Infocenter Mobile‘. Die pilootfase vindt plaats in landelijke gebieden die ver verwijderd zijn van grote centra.

De dienstverlening van de FOD Financiën is zonder twijfel de laatste jaren sterk uitgebreid: een verdere ontwikkeling van de website, het oprichten van het Contact Center, de hulp bij het invullen van de aangiften tijdens de aangifteperiode …  Toch bestaat het risico dat de verdere sluiting van regionale kantoren er voor zorgt dat de diensten van de FOD Financiën minder en minder bereikbaar zijn voor de burgers. En dat risico is het grootst in gemeenten of steden waar het openbaar vervoer beperkt is.

Daarom is in vijf gemeenten van het arrondissement Philippeville (Walcourt, Florennes, Doische, Viroinval en Cerfontaine) een eerste ‘Infocenter Mobile’ opgestart.

Het principe van het project is dat de AAFisc op vraag van een gemeente of stad een expert aanduidt die een halve dag per maand aanwezig is om fiscale vragen van burgers te beantwoorden. De gemeente of stad stelt hiervoor een geschikt lokaal met wachtzaal ter beschikking en zorgt ook voor een internetverbinding. Bovendien engageert die gemeente of stad zich om bij haar inwoners de nodige publiciteit te maken.

Tijdens de permanentie zal de ambtenaar:

  • antwoorden op vragen over:
    • personenbelasting
    • onroerende voorheffing (in Wallonië)
    • invordering (algemene vragen)
  • inlichtingen geven over de bevoegde diensten voor wat de andere fiscale materies betreft (successierechten, kadastraal inkomen …)

In 2015 worden de resultaten van de pilootfase, de vragen van de gemeenten en ook de behoeften en tevredenheid van de burgers geanalyseerd. Op basis daarvan zal bepaald worden of het project al dan niet wordt verdergezet.

sl-agfisc-fermeture-bureaux-map-nl.jpg

Overdracht van bevoegdheden naar de gewesten en administraties van de openbare sector

In 2014 werden een aantal bevoegdheden die tot dan tot het takenpakket van de FOD Financiën behoorden, overgeheveld naar de gewesten: de rol van de aankoopcomités, een deel van de successie- en registratierechten, de belasting op inverkeerstelling (behalve voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en het beheer van de Nationale Kas voor Rampenschade. Op federaal niveau heeft de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) de taken overgenomen van de Centrale dienst der vaste uitgaven-Pensioenen (CDVU-Pensioenen) terwijl de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW/FAMIFED) nu instaat voor de uitbetaling van de kinderbijslagen. Al die bevoegdheidsoverdrachten gingen gepaard met een overheveling van personeel.

Regionalisering van het takenpakket van de aankoopcomités

De overdracht van de bevoegdheden van de regionale aankoopcomités (Brussel, Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Bergen, Charleroi, Luik, Namen en Neufchâteau) trad officieel in werking op 1 juli 2014. Vanaf dan zijn de gewesten bevoegd voor hun takenpakket. Op 1 januari 2015 vond dan de overdracht plaats van het personeel naar het betrokken gewest.

Op 1 december 2014 werd het Federaal comité tot aankoop van onroerende goederen opgericht, met zetel in Brussel. Dat comité is bevoegd voor het volledige Belgische grondgebied maar zijn opdrachten beperken zich tot het bevoegdheidsniveau van de federale staat.

Regionalisering van de successie- en registratierechten

Op 1 januari 2015 ruilden een 400-tal personeelsleden van de Administratie Rechtszekerheid de FOD Financiën in voor het Vlaams Gewest. Vanaf dan is de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) bevoegd voor het vaststellen, het controleren en het innen (en dus ook de teruggaven) van

  • de successierechten bij het overlijden van een inwoner van België met fiscale woonplaats in het Vlaams Gewest
  • de registratierechten bij de overdracht (bv. een verkoop) van onroerende goederen in het Vlaams Gewest.

Verkeersbelasting grotendeels geregionaliseerd

In Wallonië is sinds 1 januari 2014 de controle van de belastingen op de inverkeerstelling, van de verkeersbelasting, en het eurovignet1 geregionaliseerd. In Vlaanderen was dat reeds het geval sinds 2011.

Sindsdien zijn de controles, die in dit kader door de ambtenaren van Douane en Accijnzen worden uitgevoerd, beperkt tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebeuren de controles op de volgende manier:

  • Bij een inbreuk door een belastingplichtige vastgesteld in Brussel houdt de douane het voertuig in tot op het ogenblik dat de belasting of het eurovignet wordt betaald.
  • Bij een inbreuk door een belastingplichtige vastgesteld in Wallonië of in Vlaanderen  houdt de douane het voertuig in tot op het ogenblik dat de gewestelijke overheden het bewijs van betaling van de belasting of van het eurovignet aan de douane bezorgen.

Wijzigingen binnen de Administratie Betalingen met betrekking tot de kinderbijslag en de pensioenen

De overheveling van de Centrale dienst der vaste uitgaven-Pensioenen (CDVU-Pensioenen) en zijn integratie binnen de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) vond op 1 januari 2014 plaats.

De boekhoudkundige en financiële overdrachten ten voordele van de PDOS werden begin 2014 uitgevoerd. De eindrekening  van de rekenplichtige CDVU-Pensioenen is op 9 januari 2014 opgemaakt en voorgelegd aan het Rekenhof.

De bevoegdheid over de uitbetaling van  kinderbijslagen, voorheen de bevoegdheid van de CDVU-Kinderbijslag, werd op 1 juli 2014 overgeheveld naar de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW/FAMIFED).

Bij koninklijk besluit van 22 mei 2014 (B.S. 16 juni 2014) werden zes personeelsleden, belast met de kinderbijslagen, overgeheveld naar FAMIFED.

Voor de sector CDVU-Wedden besliste de ministerraad eind december 2013 tot de oprichting van een federaal sociaal secretariaat vanaf 1 januari 2015. De Algemene Administratie van de Thesaurie (AAThes) werkte in 2014 mee aan de voorbereiding voor de oprichting van dit secretariaat, met de naam P&O Shared Service Center (POSSC Center).

Eind december 2014 besloot de minister belast met Ambtenarenzaken om de oprichting van het POSSC uit te stellen en bijgevolg ook de integratie van de CDVU-Wedden binnen de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie te verplaatsen een latere datum, in functie van het ‘redesign’ van het federaal openbaar ambt2.

Regionalisering van de Nationale Kas voor Rampenschade

Sinds 1 juli 2014 zijn de gewesten bevoegd voor de materies inzake de algemene rampen.

De Nationale Kas voor Rampenschade blijft bevoegd voor de uitbetaling van schadevergoedingen voor rampen die plaatsvonden voor 1 juli 2014.

Wegens de aard van de dossiers en de betalingsvoorschriften zullen de werkzaamheden van de Nationale Kas voor Rampenschade geleidelijk aan afnemen, zonder echter voor 2019 volledig te kunnen worden beëindigd.

 

1 Het eurovignet is een belasting die wordt geheven op het gebruik van het wegennet door motorvoertuigen en alle voertuigen die de maximaal toegelaten massa van 12 ton overschrijden en alleen bestemd zijn voor het vervoer van goederen.  

2 De regering is het eens over het samengaan van een aantal openbare diensten. Het bestuurlijk landschap wordt hierdoor nog meer hertekend op basis van bevoegdheden.

De uitgiften van langetermijnschuld zijn aanzienlijk gedaald in 2014

In de loop van het tweede semester van 2008 moest de Algemene Administratie van de Thesaurie (AAThes) reddingsoperaties van Belgische financiële instellingen financieren. Hiertoe moest de AAThes op haar beurt zich laten financieren op de financiële markt. Gezien de grootte van de bedragen en de korte termijn, kon zij dit toen enkel via kortetermijnfinanciering realiseren. Die kortetermijnschulden werden in de periode 2009-2013 geherfinancierd door langetermijnfinanciering. De uitgiften op lange termijn waren bijgevolg erg omvangrijk in die periode. In 2013 was dit proces van herfinanciering ten einde gekomen, en zo kon de AAThes in 2014 een veel lager bedrag uitgeven. Inderdaad, in 2013 werd nog 45,21 miljard euro uitgegeven op de lange termijn, maar dit bedrag daalde naar 34,11 miljard euro in 2014.

Langetermijnuitgiften in 2014: 34,11 miljard euro

Het Agentschap van de Schuld, dat deel uitmaakt van de AAThes, heeft in 2014 lineaire obligaties (beter bekend onder de naam OLO’s) uitgegeven voor een totaalbedrag van 31,83 miljard euro. Bovenop deze leningsvorm kwam 2,24 miljard euro waardepapieren ‘Euro Medium Term Notes’ (EMTN) en ‘Schuldschein’, alsook 50 miljoen euro in de vorm van Staatsbons. In totaal bedroegen de uitgiften op lange termijn 34,11 miljard euro (wat een daling betekende van ongeveer 25 % ten opzichte van 2013). Dat was vergelijkbaar met de bedragen die opgehaald werden in 2008 en daarvoor (zie tabel 1.5.1).

De schuld op korte termijn bereikte opnieuw een normaal niveau

In 2008 steeg de schuld op korte termijn met 23,54 miljard euro (zie tabel 1.5.1), hoofdzakelijk als gevolg van de reddingsoperaties van de Belgische financiële instellingen. Tijdens de periode 2009-2013 daalde die kortetermijnschuld opnieuw met in totaal 24,68 miljard euro, wat de stijging van 2008 volledig ongedaan maakte. Eind 2013 bedroeg de kortetermijnschuld zo nog 32,7 miljard euro.

De gemiddelde duur van de schuld bleef hoog in 2014

Gedurende het hele jaar 2014 was de gewogen gemiddelde duur van de schuld meer dan 7,5 jaar. Deze gemiddelde duur is een belangrijke graadmeter voor de risico’s die aan de overheidsschuld verbonden zijn. Begin 2010 bedroeg die gemiddelde duur nog 6 jaar. De stijging is dan ook substantieel. België heeft nu de op één na langste (na Oostenrijk) gemiddelde duur van de schulden in de landen van de eurozone.

Niettemin daalde de kostprijs van de schuld opnieuw in 2014

De verlenging van de duur van de schuld leidde niet tot een verhoging van de rentekosten, wel integendeel. Eind 2014 bedroeg de gemiddelde rente op de federale overheidsschuld 3,16 %. Begin 2010 was die gemiddelde rente nog 3,86 %.

Consolidatie van de beschikbare gelden op zicht, goederen en ontleningen van de federale overheid

De wet van 21 december 2013 heeft bijgedragen tot de vermindering van de brutoschuld, zoals omschreven in het protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten.

Die wet verplicht instellingen die zijn opgenomen in het toepassingsgebied van de subsectoren S1311 (centrale administratie) en S1314 (administraties van sociale zekerheid) volgens het Europees Systeem van Rekeningen (ESR ) om:

  • ofwel hun beschikbare gelden op zicht te plaatsen op een rekening bij de door de Staat aangewezen instelling (bpost)
  • ofwel ze rechtstreeks te beleggen bij de Schatkist en/of ze te beleggen in financiële instrumenten uitgegeven door de Federale Staat.

Het op die manier geconsolideerde bedrag bedroeg 41,8 miljard euro op 31 december 2014, tegen 37,3 miljard euro op 31 december 2013.

Meer leesbaar communiceren

Elk jaar verstuurt de FOD Financiën tienduizenden brieven en e-mails en publiceert hij pakken informatie op zijn website. Sinds eind 2013 besteedt hij speciale aandacht aan de leesbaarheid van al die teksten. De leesbaarheidstrein is dus vertrokken: in april 2014 kwam er een schrijfgids waarin schrijfregels en -afspraken zijn opgenomen. En een honderdtal veel verstuurde brieven werd herschreven en 700 andere zitten in de pijplijn. Het is een enorme uitdaging om vastgeroeste redactiegewoontes te veranderen maar dé kans voor de FOD Financiën om een betere dienstverlening aan te bieden en zijn efficiëntie en doeltreffendheid te verhogen. Want wie leesbaar zegt, zegt ook besparing van tijd en middelen.

2014 is het jaar van de officiële lancering van het grote leesbaarheidsproject. Doel: er voor zorgen dat de lezer de communicatie die voor hem bestemd is, begrijpt. Dat is geen eenvoudige opdracht. Er is niet alleen de ‘officiële’ communicatie zoals brieven, brochures of teksten op de websites. Ook de talrijke mails, rapporten en verslagen die de medewerkers van de FOD Financiën dagelijks produceren, moeten de leesbaarheidstoets doorstaan.

Waarom moet de FOD Financiën leesbaar schrijven?

  1. Een imagometing bij burgers in 2013 wees uit dat de communicatie van de FOD Financiën als onbegrijpelijk wordt ervaren.
  2. Eén van de basiswaarden van de FOD is ‘dienstbaar’: dat houdt in dat onze brieven begrijpelijk moeten zijn.
  3. Het beantwoordt aan onze strategische doelstellingen om leesbare boodschappen te schrijven die de burger begrijpt na één keer aandachtig lezen: doeltreffendheid, efficiëntie en een betere dienstverlening.

De communicatie harmoniseren

Het verbeteren van zijn communicatie draagt ongetwijfeld bij tot een beter imago van de FOD Financiën en versterkt zijn waarde ‘dienstbaar’. Bovendien wint hij veel tijd en geld als mensen niet meer om de haverklap moeten bellen of mailen voor meer uitleg. Ook minder klachten en bijkomende administratieve procedures zijn hiervan een positief gevolg.

Gezien het grote aantal redacteurs, kan het leesbaarheidsproject zorgen voor meer coherentie in de communicatie van de FOD Financiën, door bepaalde taalafspraken te harmoniseren en door conventies voor te stellen rond de terminologie.

Ondernomen acties in 2014

Een kort overzicht van de leesbaarheidsacties in 2014. De FOD Financiën:

  • herschreef een honderdtal veel verstuurde brieven
  • stelde twee tools ter beschikking van de medewerkers :
    • een schrijfgids met daarin de grote leesbaarheidsprincipes, de belangrijkste taal- en schrijfregels maar ook interne afspraken zoals de juiste schrijfwijze van de namen verschillende administraties en diensten
    • een intranetsite Leesbaarheid met de inhoud van de schrijfgids maar ook allerhande schrijftips, voor-en-na-voorbeelden en een checklist om een herschreven tekst af te toetsen aan de leesbaarheidsprincipes
  • ​lanceerde een sensibiliseringscampagne:
    • via de interne media verschenen diverse artikels over het onderwerp
    • nieuwe medewerkers volgen voortaan een infosessie ‘leesbaar schrijven’

En hoe gaat het nu verder?

Dit project is allesbehalve een one-shot. De FOD Financiën blijft erover waken dat de leesbaarheidsidee in alle niveaus van de organisatie doordringt. In 2015 zullen 150 medewerkers die regelmatig schrijven een tweedaagse opleiding ‘Leesbare brieven schrijven’ volgen bij het Opleidingsinstituut voor de Federale Overheid (OFO). Nog eens 150 anderen zullen zich kunnen inschrijven voor 2016. Nieuwe medewerkers zullen gesensibiliseerd worden en een affichecampagne is gepland.

Een Single Window om de douanecontroles te vergemakkelijken

In een tijdperk vande mondialisering is de internationale handel een heel belangrijke factor voor de welvaart van een land. België speelt een belangrijke rol als toegangspoort tot het Europese grondgebied. Om competitief te blijven op de wereldmarkt en de internationale handel te stimuleren, wordt het project Single Window voor de economische operatoren uitgewerkt op nationaal niveau. Verschillende Belgische toezichthoudende autoriteiten zijn betrokken bij dit project.

Op 31 december 2014 bestond er geen wederzijdse uitwisseling of communicatie tussen de gegevensbanken van de nationale toezichthoudende autoriteiten. Om dit probleem op te lossen en te vermijden dat ondernemingen meermaals dezelfde gegevens moeten doorgeven, heeft de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) het project van het Single Window gelanceerd. Al de Belgische autoriteiten die te maken hebben met de internationale goederenstroom worden hierbij betrokken. Het betreft de Vlaamse regering, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het FAVV, de FOD Volksgezondheid, de havenautoriteiten, de luchthavens …

De Werelddouaneorganisatie omschrijft de Single window als ‘een intelligente voorziening die aan partijen, die betrokken zijn in handel en transport, toelaat om gestandaardiseerde informatie en documenten in te dienen via één toegangsgspunt om alle wettelijk vereiste invoer-, uitvoer- en doorvoerformaliteiten te vervullen. Het is dus de bedoeling te vermijden dat de economische operatoren dezelfde data verschillende keren bij verschillende bevoegde autoriteiten moeten indienen.’

De implementatie van single window is een proces in drie fasen:

  • de beschrijving en de analyse van de bestaande situatie
  • de uitwerking van drie modellen van een single window
  • de installatie van het geselecteerde model

In 2014 heeft de AAD&A de tweede fase van het proces afgerond. Er werden drie modellen uitgewerkt en voorgesteld. Figuur 1 geeft het gekozen model weer:

single-window-schema-nl.jpg

Via de toegang tot de interface Single window kan een onderneming of een douaneaangever toegang krijgen tot de verschillende applicaties van de douane, de havens en/of de overheidsinstanties. Het ‘Central broker system’ en de ‘Federal service bus’ zijn systemen die uitwisselingen tussen stakeholders mogelijk maken. In het ‘Central broker system’ worden gegevens tussen de verschillende havenautoriteiten uitgewisseld en in de ‘Federal service bus’ worden documenten uitgewisseld die voor de aangiften noodzakelijk zijn.

 

We nemen een concreet voorbeeld. Om een vergunningsaanvraag in te dienen bij een bevoegde instantie, moet een onderneming vaak een papieren formulier indienen. Na behandeling van deze aanvraag stuurt de bevoegde instantie de vergunning per post terug aan de onderneming. Deze moet de vergunning voorleggen bij elke douaneaangifte. Ze moet deze eveneens materieel voorleggen aan de douane bij een controle van de documenten.

In de toekomst kan dergelijke vergunningsaanvraag elektronisch gebeuren. De vergunning zal elektronisch worden bezorgd aan de AAD&A, die op deze manier de in de applicatie ingevoerde informatie opnieuw kan gebruiken. Op deze wijze kan de AAD&A een automatische controle doen tussen de vereiste vergunning en de aangifte en zodat de goederen sneller vrijgegeven worden.

Enerzijds worden de administratieve verrichtingen aanzienlijk vereenvoudigd, wat ook leidt tot een kostenverlaging voor de ondernemingen. Anderzijds beschikken de toezichthoudende diensten sneller over meer informatie, waardoor zij controles op een meer doeltreffende wijze kunnen uitvoeren.

 

Invoer, uitvoer en doorvoer van goederen: douanehandelingen

Om te handelen in overeenstemming met de reglementaire bepalingen, moeten de ondernemingen die in België goederen en vervoermiddelen invoeren, uitvoeren en doorvoeren, documenten en gegevens overleggen aan verschillende toezichthoudende autoriteiten. Dit zijn bijvoorbeeld de douane, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen  (FAVV), het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB), de havenautoriteiten … Dezelfde informatie moet soms in verschillende fasen en in verschillende vorm aan hen worden doorgezonden. Het gaat bijvoorbeeld om het nummer van een container, de oorsprong van de goederen, de ‘estimated time of arrival’ (informatie waarover de douane niet beschikt op dit ogenblik). Het grootste gedeelte van de toezichthoudende diensten hebben hun eigen systemen en interfaces voor de opslag en de verwerking van de gegevens. Bij de douane wordt dit systeem ‘Paperless Douane en Accijnzen’ (PLDA) genoemd.

Proactief informeren voor verhoogde compliance

Sinds een aantal jaren investeert de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (AAFisc) in een proactieve communicatie aan de belastingplichtigen om hen aan te zetten om hun fiscale verplichtingen correct en spontaan te vervullen. Die proactieve maatregelen bestaan ten eerste uit het verstrekken van informatie over de verplichtingen en de mogelijkheden om eraan te voldoen, ten tweede uit het herinneren aan niet vervulde verplichtingen en ten slotte uit het aankondigen van controleacties. Op die manier wil AAFisc haar dienstverlening aan de belastingplichtigen verbeteren en de doeltreffendheid van haar eigen werking verhogen. Enerzijds bespaart het hebben van de nodige informatie om zijn fiscale verplichtingen na te komen de belastingplichtige tijd en vermijdt hij zo fiscale controles. Anderzijds kan AAFisc, met meer correct ingediende aangiften, die aangiften meer geautomatiseerd verwerken en zo ruimte maken voor meer gerichte controles in fraudegevoelige materies.

AAFisc  wil de relatie met de belastingplichtigen verbeteren en vergemakkelijken door een proactieve in plaats van een repressieve aanpak. Zo heeft AAFisc in 2014 een aantal CRM-acties (Citizen Relationship Management-acties) op poten gezet. Het doel van die CRM-acties is specifieke groepen van belastingplichtigen informeren over hun fiscale verplichtingen en over de manier om ze correct na te komen.

Praktisch betekent dit dat AAFisc in 2014 informatieve brieven verstuurde naar bepaalde belastingplichtigen, hun vertegenwoordigers en andere belanghebbenden, onder andere:

  • aan steden en gemeenten om hen te herinneren aan de regelgeving over de btw op werk in onroerende staat
  • aan de federaties van reisbureaus, reisagentschappen en reisorganisatoren met de vraag om hun leden te herinneren aan de verplichting om op hun facturen de correcte en volledige vermeldingen op te nemen, met name voor de uitsplitsing van business seminars en privéreizen.

In januari 2014 publiceerde AAFisc bovendien op de website van de FOD Financiën een nieuwsbericht over de nieuwe boekhoudkundige verplichtingen voor advocaten na de invoering van de btw-plicht voor advocaten vanaf 1 januari 2014.

Ter gelegenheid van de oprichting en opening op 1 oktober 2014 van het Belgische enig loket Mini One Stop Shop (MOSS) heeft AAFisc ook infosessies voor medewerkers en voor externen georganiseerd (zowel voor ondernemingen die getroffen worden door de wijzigingen en zich moesten registreren in MOSS als in het buitenland om de Belgische MOSS te promoten), en er een webpagina aan gewijd. Dat enig loket MOSS moet het gemakkelijker maken om de fiscale verplichtingen te vervullen die het resultaat zijn van de wijziging van de Europese btw-reglementering, van kracht vanaf 1 januari 2015.

Herinneren aan niet vervulde verplichtingen

In 2014 heeft AAFisc herinneringsbrieven gestuurd naar belastingplichtigen die hun aangifte in de personenbelasting niet ingediend hadden. Dat gebeurde voor de eerste keer op basis van de verschillende indieningstermijnen in plaats van per doelgroep zoals de vorige jaren (loontrekkenden, zelfstandigen). De brieven zijn dus vroeger op het jaar gestuurd om de belastingplichtigen aan te zetten om hun fiscale verplichtingen alsnog na te komen. 228.756 brieven werden verstuurd in september en nog eens 33.982 bijkomende brieven in december voor wie een beroep deed op een mandataris om de aangifte in te vullen via Tax-on-web (met deadline 14 november 2014). De herinneringsactie was al aangekondigd tijdens de jaarlijkse persconferentie over de PB-aangifte in april 2014.

De resultaten van de herinneringsactie van 2013 werden ook gepubliceerd op de website van de FOD Financiën om de belastingplichtigen te sensibiliseren over het feit dat ze sancties riskeren als ze hun PB-aangifte niet indienen ondanks de ontvangst van een herinneringsbrief.

Met die herinneringsbrieven wil AAFisc via een proactieve in plaats van een repressieve aanpak het aantal niet ingediende aangiften verminderen. Het geeft de betrokken belastingplichtigen de mogelijkheid om hun aangifte nog binnen de 14 dagen na ontvangst van de herinneringsbrief in te dienen en zo een boete van 50 tot 1.250 euro of een aanslag van ambtswege met eventuele belastingverhoging te vermijden.

Als gevolg van het verzenden van de herinneringsbrieven zijn nog 141.791 PB-aangiften ingediend of 53,2% van het aantal ontbrekende PB-aangiften.

Aankondigen controleacties

Zoals de vorige jaren heeft AAFisc ook in 2014 een aantal geplande controleacties aangekondigd op de website van de FOD Financiën.

Voor particulieren gingen de in februari 2014 aangekondigde acties om een mogelijke controle op de vrijstelling van buitenlandse wedden en lonen en van dossiers van belastingplichtigen die al geruime tijd niet meer gecontroleerd waren.

Voor ondernemingen kondigde AAFisc mogelijke controles aan in geval van:

  • een abnormale evolutie van de verhouding omzet/kosten
  • plots gedaalde of in vergelijking met het sectorgemiddelde kleine winstmarges
  • mogelijk ten onrechte teruggevorderde btw-kredieten

De bedoeling van die aankondiging is de belastingplichtigen aanzetten om de komende jaren op die vlakken extra aandacht te besteden aan het vervullen van hun fiscale verplichtingen.

MOSS

Vanaf 1 januari 2015 wordt de levering van elektronische diensten, telecommunicatiediensten en radio- en televisieomroepdiensten aan niet btw-plichtige personen (bv. particulieren of verenigingen) belast in de woonstaat van de niet btw-plichtige afnemer van de dienst.

Via het enig loket Mini One Stop Shop (MOSS), een nieuwe module van Intervat, kunnen btw-plichtige ondernemingen die dergelijke diensten leveren in andere lidstaten van de Europese Unie:

  • zich registreren voor die nieuwe MOSS-regeling (vanaf 1 oktober 2014)
  • elk kwartaal één enkele btw-aangifte indienen voor al die diensten die ze geleverd hebben in alle lidstaten waar ze geen vaste inrichting hebben
  • één enkele betaling doen in België voor alle diensten die ze leverden aan niet btw-plichtigen in andere lidstaten.

Zo vermijden zij zich te moeten registreren in alle lidstaten waar ze die diensten geleverd hebben.

Shiftwerking bij de douane, een jaar later

2013 was voor de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) het jaar van de invoering van de shiftwerking, met 274 shiftmedewerkers. In 2014 zijn er nog 101 extra shiftmedewerkers bijgekomen. De AAD&A wou niet enkel tijdens de kantooruren actief zijn, maar van 6 uur tot 22 uur in de zeehavens en zelfs 24 uur op 24 in de luchthavens. Hoe staat het met de shiftwerking een jaar later?

Ter land, ter zee en …

De goederen die ons land binnenkomen of buitengaan kunnen nu dag en nacht gecontroleerd worden in onze zee- en luchthavens (Antwerpen, Beveren, Gent, Zeebrugge, Oostende, Bierset, Gosselies en Zaventem). De AAD&A wenste hiermee het concurrentienadeel van onze Belgische economie weg te werken. In de ons omringende landen werkte de douane immers reeds in shiften.

Een verscheidenheid aan taken

De shiftwerkers hebben een grote verscheidenheid aan taken. Ze worden dan ook ingeschakeld in verschillende diensten op verschillende locaties in heel België. Hun takenpakket bestaat vooral uit:

  • verificatie en toezicht van goederen in een mobiel team (eerstelijnscontroles)
  • scannen van containers en pakketten in een speciaal mobiel team
  • selecties van de te controleren goederen op het transportdocument goederenmanifest/PLDA/NCTS in een controleregie
  • selecties van de te controleren goederen op basis van de ENS- en EXS-aangiftes (ketentoezicht)

Het is voorzien om ze in 2015 ook in te zetten in de nieuw op te richten bewakingsteams.

Veel werk, veel medewerkers?

Om al deze taken te kunnen vervullen en dit 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 waren er heel wat nieuwe personeelsleden nodig. Enerzijds werd een oproep gedaan aan de eigen personeelsleden om vrijwillig in te stappen in het shiftsysteem. Anderzijds werd een quota van extra aan te werven personeelsleden goedgekeurd door de federale regering. Op 31 december 2014 werkten reeds 844 mensen in de shiftregeling, 373 daarvan zijn vrijwillig ingestapte personeelsleden en 471 mensen werden hiervoor speciaal aangeworven.

Opleiding staat centraal

De douanematerie is zeer uitgebreid en complex en het vraagt dan ook tijd om zich deze materie eigen te maken. Om de nieuwe werkkrachten snel te kunnen inzetten, werden verkorte cursussen voorzien en werd er vooral veel tijd besteed aan een training on-the-job.

Waar staat de AAD&A nu?

In 2014 heeft de AAD&A de shiftwerking meermaals geëvalueerd en kwam telkens tot dezelfde conclusies:

  • De economische operatoren blijken nog vaak te werken volgens de traditionele kantooruren.
  • De tussenkomsten van de douaniers zijn eerder beperkt in de periodes van 6 uur tot 8 uur en van 17 uur tot 22 uur.
  • De controles van containers, op één van de twee grensinspectieposten1, vinden meestal plaats tussen 6 uur en 18 uur. Na 18 uur heeft de douane minder goederen om te controleren.

Op basis van deze evaluaties werden de shiftenschema’s voor een aantal mobiele teams dan ook herzien.

De shiftwerking blijkt dus niet enkel voor de AAD&A een aanpassing te zijn, maar ook voor de economische operatoren. Het is een werkpunt voor beide partijen om hier tot een consensus te komen, zodat deze shiftregeling ten volle kan benut worden.

 

1 Grensinspectiepost (GIP) op Rechter- en Linkeroever van de Antwerpse haven. Hier worden de activiteiten gecentraliseerd van de havengebonden inspectiediensten van de Douane (FOD Financiën), het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen en de Scheepvaartpolitie (Federale Politie). Zij zorgen voor een optimale controle en de opvolging van de toenemende in- en uitvoer van containers via de Waaslandhaven.

Klachtenbeheer, noodzakelijk voor een betere dienstverlening

Om het niveau van de dienstverlening op te krikken, moet er in het bijzonder aandacht worden besteed aan het klachtenbeheer. De FOD Financiën is zich daarvan volledig bewust en hecht daaom veel belang aan de klachten, ongeacht of die afkomstig zijn van particulieren of van ondernemingen. Daarom en ook om de werking van de FOD Financiën permanent te verbeteren, werd in 2013 een netwerk voor klachtenbeheer opgezet (samengesteld uit een Dienst Klachtenbeheer bij de Diensten van de Voorzitter en de klachtenbeheerders van de algemene administraties). Naast de ontvangst en behandeling van de klachten, analyseert het netwerk ze grondig om de dienstverlening te verbeteren. Hoe zit het met deze analyse voor het jaar 2014?

Met als doelstelling 2017 mikt de FOD Financiën sedert 2012 als strategische prioriteit - naast een toename van de doeltreffendheid en een verbetering van de efficiëntie - op een verbetering van de dienstverlening. Het definiëren van de dienstverlening als strategische prioriteit toont aan dat de FOD Financiën als overheidsdienst veel belang hecht aan de kwaliteit van zijn dienstverlening. Het is onvermijdelijk dat er voor deze strategische doelstelling veel aandacht wordt besteed aan de klachten die bij de FOD worden geregistreerd.

2014 in cijfers

Terwijl er in 2013 in totaal 818 verzoeken werden opgetekend, is dit aantal in 2014 tot 1.052 gestegen, een toename met 29%.

Het grootste deel van deze verzoeken waren klachten (768), daarnaast ging het om vragen om  informatie (225) maar ook om meldingen1 (49) en suggesties (10). Van die 768 klachten werden er:

  • 467 ontvankelijk verklaard
  • 217 onontvankelijk verklaard omdat ze, in de meeste gevallen, onduidelijk waren of betrekking hadden op een andere organisatie
  • op 31 december 2014 nog 84 op ontvankelijkheid onderzocht

(zie hieronder Figuur 1. Aard van de verzoeken 2014, Figuur 2. Ontvankelijkheid van de klachten 2014, Figuur 3. Motieven van de onontvankelijkheid 2014)

Bovendien verbindt de FOD Financiën zich ertoe om elk verzoek binnen de 40 dagen te verwerken. Werd deze termijn in 2014 nageleefd? De statistieken tonen aan dat voor alle verzoeken samen de gemiddelde verwerkingstermijn 37 dagen bedroeg. Voor de verwerking van de klachten alleen was de gemiddelde termijn 43 dagen.

Werking van het netwerk

Het netwerk voor klachtenbeheer staat dus in voor de ontvangst en het beheer van de klachten, maar niet alleen daarvoor. Het netwerk behandelt ook een reeks verschillende verzoeken, waarvan de klachten de hoofdmoot vormen. Er wordt dus ook rekening gehouden met suggesties, vragen om inlichtingen en verklaringen. Elke klant kan zijn verzoek ook via diverse kanalen indienen:

  • rechtstreeks bij de FOD Financiën door een klachtenformulier (online of op papier) in te vullen, door te bellen naar het Contactcenter of door een brief te sturen
  • via het Kabinet van de Federale Ombudsdienst

In 2014 kende het onlineformulier een groot succes: in meer dan 80% van de gevallen werd hiervan gebruikgemaakt.

Wat de inhoud van de klachten betreft, blijkt dat vooral de doeltreffendheid in vraag wordt gesteld. De meeste klachten gaan immers over de beschikbaarheid en de snelheid van de dienstverlening.

En in 2015?

Op basis van de analyse van de ingediende verzoeken kan worden opgemaakt wat er verbeterd moet worden. Daarom heeft de Dienst Klachtenbeheer voor 2015 verscheidene verbeteringen vooropgesteld, met name de versterking van de dienst, om ervoor te zorgen dat de verwerking van elk verzoek binnen de vereiste termijn plaatsvindt. Op de agenda voor 2015 staat ook een communicatiecampagne om de zichtbaarheid te verhogen van de procedure voor de verwerking van de verzoeken.

 

1 In het geval van een melding brengt de gebruiker de FOD Financiën op de hoogte van een bepaalde tekortkoming in zijn functioneren. Bij een melding is de gebruiker niet noodzakelijk ontevreden over de werking of het optreden van de FOD Financiën.

U sprak van een ‘klacht’?

Wordt als klacht beschouwd: elke uiting van ontevredenheid van een klant met betrekking tot dienstverlening die als zwak wordt beoordeeld. Een klacht kan dus betrekking hebben op de volgende zaken:

  • de informatie (onvolledig, verkeerd, onbegrijpelijk …)
  • het onthaal (het beantwoorden van telefoonoproepen, het gedrag van de personeelsleden …)
  • de doeltreffendheid (de snelheid, de beschikbaarheid, de opvolging …)

Twee groepen van actoren staan in voor het klachtenbeheer bij de FOD Financiën:

  • de Dienst Klachtenbeheer (bij de Diensten van de Voorzitter)
  • de klachtenbeheerders van de algemene administraties

Deze twee groepen vormen het netwerk voor het klachtenbeheer en werken gecoördineerd: de Dienst Klachtenbeheer centraliseert alle klachten en zorgt voor de algemene administratieve opvolging, terwijl de klachtenbeheerders van de algemene administraties instaan voor de inhoudelijke behandeling van de klachten en voor de opvolging ervan binnen hun eigen algemene administratie. Ook al zijn de ontvangst en de verwerking van de klachten belangrijke stappen in dit proces, de grondige analyse ervan is met het oog op de daadwerkelijke verbetering van de dienstverlening noodzakelijk.Daarom stelt de klachtencoördinator, op basis van de antwoorden die hij van de klachtenbeheerders krijgt, regelmatig analyseverslagen op (trimestrieel voor het Directiecomité en jaarlijks voor het Directiecomité en voor de federale ombudsman).

Het netwerk voor klachtenbeheer werd in januari 2013 opgericht onder impuls van de aanbevelingen van de federale ombudsman en van het Rekenhof om de werking van de FOD Financiën permanent te verbeteren en om op die manier de burgers en de ondernemingen een optimale dienstverlening aan te bieden.

De zesde staatshervorming verandert ingrijpend de financiering van de deelgebieden en de regels van de personenbelasting

De financiering van gewesten en gemeenschappen

In december 2011 werd een politiek akkoord bereikt over de zesde staatshervorming in België. Heel wat bevoegdheden worden overgedragen van het federale niveau naar de gewesten en gemeenschappen. Die entiteiten krijgen daar de financiële middelen voor via een belangrijke aanpassing van de bijzondere wet van 16 januari 1989 over de financiering van de gemeenschappen en de gewesten of de bijzondere financieringswet. De financiering van de Duitstalige Gemeenschap wordt geregeld met een gewone wet. De wetten die het akkoord over de zesde staatshervorming uitvoeren, zijn in een bijzondere uitgave van het Belgisch Staatsblad opgenomen op 31 januari 2014 en treden in principe in werking vanaf 1 juli 2014. 2014 was dus een belangrijk jaar waarbij de uitvoering van de zesde staatshervorming moest worden geregeld.

De krachtlijnen van de hervorming van de financiering van de deelgebieden zijn:

  • een forse uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten op de personenbelasting (PB)
  • de overdracht van financiële middelen omwille van de nieuwe bevoegdheden
  • diverse aanpassingen aan het financieringsmechanisme die de leefbaarheid op lange termijn van de federale overheid moeten waarborgen en die de deelgebieden meer voor het door hen gevoerde beleid moeten responsabiliseren.

Die responsabilisering wordt voor de gewesten geconcretiseerd door:

  • de invoering van de gewestelijke PB
  • de toename van de verdeling van de middelen volgens een fiscale sleutel
  • de wijziging van het solidariteitsmechanisme
  • de klimaatresponsabilisering

Daarnaast worden niet enkel de gewesten maar ook de gemeenschappen geresponsabiliseerd voor de pensioenlast van hun ambtenaren. Hun bijdrage voor de pensioenen bereikt tegen 2028 het niveau van 8,86% van de weddenmassa van hun ambtenaren.

De gewestelijke PB vervangt vanaf 2015 de dotaties die de gewesten tot en met 2014 kregen van de federale overheid (zie hieronder: ‘PB wordt een federale en regionale PB’). De belastingplichtige zal op zijn aanslagbiljet van het aanslagjaar 2015 voor het eerst de opsplitsing merken tussen een federale PB en een gewestelijke PB.

Naast de bevoegdheden over fiscaliteit krijgen de gewesten vooral nieuwe bevoegdheden over het arbeidsmarktbeleid.

De gemeenschappen – in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – krijgen er op het domein van de sociale zekerheid een pak bevoegdheden, zoals:

  • gezinsbijslagen
  • ouderenzorg
  • aangelegenheden over gezondheidszorgen en hulp aan personen
  • investeringskosten van de ziekenhuisinfrastructuur en de medisch-technische diensten

Ze krijgen ook de bevoegdheid over de justitiehuizen en de interuniversitaire attractiepolen.

De uitoefening van deze nieuwe bevoegdheden wordt mogelijk gemaakt door nieuwe financiële middelen die verdeeld worden tussen de gewesten volgens de fiscale sleutel en tussen de gemeenschappen volgens objectieve demografische sleutels zoals het aandeel in het aantal jongeren tot en met 18 jaar, het aantal ouderen van meer dan 80 jaar en het totaal aantal inwoners.

De overige wijzigingen aan het financieringsmechanisme van de deelgebieden beogen een meer duurzame financiering van de federale overheid. Zo wordt de exponentiële toename van de herfinancieringsoperatie van de gemeenschappen (de zogenaamde lambermontturbo) stopgezet. Aan de deelgebieden wordt ook een deel van de inspanning voor de sanering van de overheidsfinanciën gevraagd. Die budgettaire bijdrage loopt op van 0,25 miljard euro in 2014 tot 2,50 miljard euro vanaf 2016. En ten slotte zullen de deelgebieden bijdragen in de kosten van de vergrijzing. De economische groei zal slechts gedeeltelijk in de jaarlijkse aanpassing van de dotaties worden doorgerekend. Dit moet toelaten dat de deelgebieden tegen 2030 een bijkomende inspanning leveren van 0,23% van het bruto binnenlands product.

De ganse hervorming van het financieringsmechanisme van de deelgebieden mag niet leiden tot een verarming van de deelgebieden. Daarom wordt een overgangsmechanisme voorzien dat ervoor moet zorgen dat elk deelgebied vanaf de start van het nieuwe financieringsstelsel in 2015 over dezelfde financiële middelen beschikt als deze die hij zou krijgen bij de vorige bijzondere financieringswet. Dat overgangsbedrag wordt daarna over een periode van 20 jaar tot nul herleid.

PB wordt een federale en regionale PB

De bijzondere wet zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de gemeenschappen en de gewesten tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden (Belgisch Staatsblad van 31.01.2014), heeft de fiscale autonomie van de gewesten aanzienlijk uitgebreid.

Die uitbreiding werd gerealiseerd door de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de PB1, en is geregeld volgens het ‘uitgebreide opcentiemenmodel’.

Vroeger konden de gewesten reeds opcentiemen heffen, kortingen toestaan en belastingvermeerderingen of -verminderingen invoeren, maar die autonomie was evenwel beperkt tot maximaal 6,75%  van de in elk gewest gelokaliseerde opbrengst van de personenbelasting.

Voortaan kunnen die gewesten onbegrensd opcentiemen heffen op een deel van de PB, kortingen toestaan, belastingverminderingen en -vermeerderingen invoeren en terugbetaalbare belastingkredieten toestaan. Ze kunnen geen voordelen verlenen onder de vorm van aftrekken van de belastbare grondslag.

De gewesten krijgen ook de exclusieve bevoegdheid om fiscale voordelen toe te kennen voor de uitgaven die naar hen worden overgeheveld omwille van de band met hun materiële bevoegdheden. Het gaat meer bepaald om:

  • uitgaven voor het verwerven of het behouden van de eigen woning
  • uitgaven ter beveiliging van woningen tegen inbraak of brand
  • uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten en landschappen
  • uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor prestaties betaald met dienstencheques andere dan sociale dienstencheques
  • energiebesparende uitgaven in een woning met uitzondering van de interesten voor groene leningen
  • uitgaven voor de vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid
  • uitgaven gedaan voor de vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen

De op 30 juni 2014 bestaande bepalingen over belastingverminderingen en -kredieten, voortaan toegestaan als gewestelijke belastingverminderingen of -kredieten, blijven verder van toepassing tot wanneer de gewesten hun eigen regels ter zake hebben aangenomen.

In de uitoefening van hun bevoegdheden op het vlak van de PB moeten de gewesten het principe van de progressiviteit respecteren. Dat houdt in dat naarmate de basisbelasting stijgt, de verhouding tussen het bedrag van de opcentiemen en belastingvermeerderingen tot de basisbelasting niet mag afnemen en de verhouding tussen het bedrag van de kortingen, belastingverminderingen en belastingkredieten en de basisbelasting niet mag toenemen.

Om te voorkomen dat een gewest een eigen criterium hanteert voor de uitoefening van zijn bevoegdheden op het vlak van de PB, bepaalt de bijzondere financieringswet dat het gewest dat bevoegd is voor de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden op het vlak van de PB datgene is waar de belastingplichtige zijn fiscale woonplaats heeft op 1 januari van het aanslagjaar.

Enkel de federale overheid is bevoegd voor:

  • het bepalen van de belastbare grondslag
  • de belasting op interesten, dividenden, royalty’s, loten van effecten van leningen en meerwaarden op roerende waarden en titels
  • de bepalingen over de bedrijfsvoorheffing en de roerende voorheffing
  • de dienst van de PB

Wat de belastbare basis betreft, wordt de bevoegdheid van de federale wetgever beperkt in die zin dat hij geen fiscale voordelen meer mag toekennen onder de vorm van een aftrek van het totale netto-inkomen, met uitzondering van de aftrek van onderhoudsgelden. Hij behoudt daarentegen de exclusieve bevoegdheid om het totale netto-inkomen te bepalen alsook de aftrekken die in dit kader worden toegepast, zoals bijvoorbeeld de beroepskosten en de investeringsaftrek.

De bijzondere financieringswet bepaalt tevens dat, onder voorbehoud van de regionale bevoegdheid over de zeven voormelde fiscale uitgaven, de federale wetgever zonder enige beperking belastingverminderingen kan invoeren.

Opdat de continuïteit van de fiscale wetgeving zou gegarandeerd blijven, werd het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna WIB 92) in overeenstemming gebracht met de nieuwe bijzondere financieringswet door de wet van 8 mei 2014 (Belgische Staatsblad 28.05.2014, tweede editie) tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de PB2, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de zesde staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (hierna de wet van 8 mei 2014 genoemd).

Voortaan omvat de PB twee grote blokken: de ‘federale PB’ en de ‘gewestelijke PB’ en wordt ze berekend in vier grote stappen:

  • het bepalen van het belastbaar inkomen
  • de berekening van de belasting Staat en de gereduceerde belasting Staat
  • de berekening van de federale PB en de gewestelijke PB: de som van de twee is gelijk aan de totale belasting
  • het bepalen van de eindbelasting

De hervormingen traden in werking op 1 juli 2014, waarbij de fiscale bevoegdheden van de gewesten met betrekking tot de PB van toepassing zijn vanaf aanslagjaar 2015, inkomstenjaar 2014.

De herziening van de bijzondere financieringswet heeft eveneens gevolgen voor de belasting van niet-inwoners. Dat blijft een exclusief federale bevoegdheid maar de gewestelijke belastingregels worden ook toegepast voor niet-inwoners die zich kunnen beroepen op het principe van vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in het kader van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte of een non-discriminatieclausule uit de verdragen tot vermijding van dubbele belasting. De lokalisatie van de niet-inwoner, afhankelijk van de plaats waar zijn beroepsinkomsten worden behaald of verkregen, zal bepalen welke gewestelijke fiscale regels in aanmerking moeten worden genomen. De wet van 8 mei 2014 heeft het WIB 92 gewijzigd om, per inkomstencategorie, te verduidelijken welke aanknopingspunten moeten worden gebruikt om te bepalen in welk gewest een beroepsinkomen wordt behaald of verkregen.

1 als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten.

2 als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten.

Onderzoek van de cel cybersquad heeft geleid tot het sluiten van bijna 250 internetsites in België

In 2014 heeft de cel cybersquad van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) in België 248 internetsites sluiten en 4 laten blokkeren. Ze heeft eveneens 157 dossiers overgedragen die opvolging vereisen van Belgische of buitenlandse partners.

Bovendien heeft de cel cybersquad deelgenomen aan een grootscheepse operatie van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Griekse douane administratie. De operatie was gericht op de handel via gewone post. Tijdens deze operatie, waarbij 70.000 namaakproducten in beslag werden genomen, stuurde de cel cybersquad1.200 brieven naar de personen die namaakproducten hadden besteld. Zo wou de cel inlichtingen verzamelen over de herkomst van de goederen (bv. de internetsite waarop de goederen werden besteld). Van de 1.200 brieven die werden verstuurd, werden er 800 beantwoord. Dat zijn positieve resultaten voor deze werkmethode. Ze zal dan ook vanaf maart 2015 systematisch worden toegepast.

Jammer genoeg is het niet enkel de namaakfraude die het internet treft.

Piraterij is eveneens een veelvoorkomend probleem. De internetsite www.time4popcorn.eu is één van de sites die in 2014 werd gesloten. Dit is een heel populaire streaming video-site met niet minder dan1,3 miljoen individuele bezoekers in de loop van de laatste 30 dagen dat de site online was 100.000 regelmatige gebruikers bevonden zich in Nederland en de Verenigde Staten. Om deze site te kunnen sluiten, contacteerden de douanediensten de verantwoordelijken van de domeinregistratie .eu. Zij hebben vastgesteld dat de gegevens niet correct waren geregistreerd en hebben op basis van non-conformiteit ten opzichte van de interne reglementering de site opgeheven.

Sinds januari 2015 breidt de cel cybersquad haar bevoegdheden uit en richt zij zich ook op de handel in verdovende middelen.

Handelspraktijken evolueren door het gebruik van het internet: de douane past zich aan

De laatste jaren zijn de handelspraktijken sterk gewijzigd. We maken voor onze aankopen steeds meer gebruik van het internet. De internethandel neemt jaarlijks met 10 tot 15 % toe. 90 % van de verzonden goederen die afkomstig zijn uit landen buiten Europa werden besteld via het internet. 50 % van deze verzendingen worden, om douanekosten te vermijden, frauduleus aangegeven of bevatten illegale goederen.

Er komen dagelijks duizenden pakketten in België binnen en het is onmogelijk om ze allemaal te controleren. Daarom moet de douane haar werkmethodes aanpassen. In het kader van de marktevolutie heeft de AAD&A op 1 september 2012 de cel cybersquadopgericht met als voornaamste taak de strijd aangaan met de onbeheersbare toename van de invoer van goederen op het internet.

De cel cybersquad doet onderzoek naar namaakfraude op het internet. Haar doelstelling is om de sites die illegale goederen verkopen via het internet te laten sluiten. Zo werd bijvoorbeeld de site www.247doc.be wegens de verkoop van namaakgeneesmiddelen gesloten.

Een website op het internet sluiten is niet voldoende! De douane voert ook een onderzoek om de personen achter deze websiteshen te identificeren. Zijn het Belgen ,dan volgt het parket de zaak verder op. Zo niet, werkt het cybersquadteam samen met zijn buitenlandse collega’s.

Optimaliseren van de invordering

De Algemene Administratie van de Inning en de Invordering (AAII) zoekt steeds naar nieuwe mogelijkheden om sneller te kunnen invorderen. Daarbij wordt ook naar de best practices van andere administraties en partners gekeken. In 2014 werd tussen de AAII en de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) een nieuw protocol afgesloten. Ook wordt nauw samengewerkt met de USS (Unie van de Sociaal Secretariaten). Buiten deze partnerschappen probeert de AAII ook intern haar toepassingen te verbeteren. Zo moet sinds november 2014 geen beslagbericht meer worden opgemaakt voor btw. En daarnaast werd de toepassing ‘Debiteurenbeheer’ geoptimaliseerd.

Samenwerkingsprotocol tussen AAII en AAD&A

Op 5 mei 2014 ondertekenden de administrateurs-generaal van de Inning en de Invordering en van de Douane en Accijnzen een nieuw protocol. Dat vervangt het eerder bestaande protocol van 2011 en breidt het tevens uit.

Het voorziet in een uitwisseling van gegevens waarover één van beide administraties beschikt en die nuttig kan zijn voor de andere administratie. Het opzet van deze samenwerking is duidelijk: de resultaten op het vlak van invordering voor beide administraties verbeteren.

In het protocol zijn een aantal projecten opgenomen. Het meest tot de verbeelding sprekende, ook voor de pers, is zonder twijfel de uitwisseling van data in het kader van wegcontroles door de mobiele brigades die uitgerust zijn met ANPR-scanners. Die nummerplaatherkenningsscanners worden ingezet voor de controle op de betaling en de inning van de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeersstelling (enkel voor het Brussels Gewest) en voor de inning van onbetaalde penale boeten ( Niet-fiscale Invordering). Voor 2014 bedraagt het totaal geïnde bedrag aan penale boetes door de AAD&A 2.889.411 euro.

Ook in andere projecten die kaderen in het protocol werd in 2014 heel wat vooruitgang geboekt. Zo wordt de opportuniteit en de mogelijkheid tot opname van de ‘Terugbetalingen Beroepsdiesel’ in de fiscale balans onderzocht en uitgewerkt, en dat met het oog op de toepassing van de schuldvergelijking. In geval dat de belastingplichtige nog openstaande schulden heeft, kunnen die verrekend worden bij een eventuele terugbetaling.

Samenwerking met de USS (Unie van de Sociaal Secretariaten)

Onder de naam FOROS werd in januari 2014 gestart met een project tussen de FOD Financiën en de USS, die 35 erkende sociale secretariaten vertegenwoordigt. Die spelen een belangrijke rol in de bedrijfsvoorheffing.

De doelstelling van deze samenwerking is het komen tot een eenvoudige, transparante, flexibele en toekomstgerichte data-uitwisseling, het herbekijken van alle aspecten van de bedrijfsvoorheffing, de optimalisatie van de processen en het uitwerken van realistische verbetervoorstellen. De samenwerking betekent een meerwaarde voor beide partijen.

In dit verband werden in de loop van 2014 verschillende werkgroepen opgericht die elk dieper ingingen op één bepaald thema. Zij vergaderden tijdens de eerste helft van 2014 en stelden een geïntegreerd actieplan op, met projecten en quick wins.

Op het slotevent van 30 september 2014 werd aan de USS en aan de deelnemers van de verschillende werkgroepen een definitief geïntegreerd actieplan voorgesteld.

Automatisering van de beslagberichten voor btw

Sinds 4 november 2014 worden de beslagberichten voor btw automatisch aangemaakt door de toepassing STIRON. Wanneer een medewerker een derdenbeslag aanmaakt, moet hij dat niet langer manueel doen in het Centraal Bestand voor Beslagberichten (CBB). Dat betekent niet alleen tijdswinst voor de medewerker maar ook juridisch heeft dit enorme voordelen aangezien hierdoor fouten worden vermeden. Voor directe belasting bestaat hetzelfde systeem sinds september 2013.

Aanpassingen in de toepassing Debiteurenbeheer

Zoals elk jaar stelde de AAII de toepassingen debiteurenbeheer beter af op de noden van haar medewerkers. Onder meer kwam er een specifieke module voor het team Debt Relationship Management (DRM) en voor de cel collectieve procedures van de Juridische Dienst. Ook werd de module penale boeten geïntegreerd in de toepassing en werd ze aangevuld met de formulieren van de invorderingsassistent (1). Daarnaast werd ook een link voorzien met de toepassing SITRAN waardoor de meest recente adresgegevens altijd kunnen worden opgehaald in Debiteurenbeheer.

 

(1) De Invorderingsassistent is een toepassing die alle typebrieven rond invordering integreert.

Dienst Coördinatie Anti-Fraude (CAF)

De Dienst Coördinatie Anti-Fraude (CAF), opgericht bij koninklijk besluit van 10 oktober 2013, is een autonome dienst die rechtstreeks afhangt van de administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (AABBI). De opdrachten van deze dienst situeren zich op het vlak van de samenwerking met en de coördinatie van de andere diensten die belast zijn met de bestrijding van de fiscale fraude.

Opdrachten van de CAF 

Het gaat enerzijds om de samenwerking met de betrokken externe entiteiten (FOD Justitie en openbaar ministerie, FOD Economie, Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI), Gerechtelijke Directie Serious Organized Crime (GDSOC), OESO, The Financial Action Task Force (FATF) …) en anderzijds om de interne coördinatie binnen de FOD Financiën.

De CAF is het uniek aanspreekpunt voor de volgende zaken: una via, minnelijke schikking fiscale strafzaken, witwassen van geld en financiering van terrorisme (o.a. compliance officer). De CAF beschikt over een cel ‘belastingparadijzen’. 

De CAF centraliseert alle door magistraten van het openbaar ministerie (parketten en arbeidsauditoraten) en door de CFI in de gerechtelijke dossiers vastgestelde fiscale fraudeaanwijzingen. Zo ontving de CAF in 2014 341 inlichtingen van de parketten, 448 van de arbeidsauditoraten en 202 van de CFI.

 De CAF werkt samen met het economisch, financieel en fiscaal expertisenetwerk (ECOFINFISC) van het College van procureurs-generaal op basis van de wet una via. De doelstelling van die wet is de eenvormige behandeling van de fiscale dossiers met naleving van het principe non bis in idem. Dat wil zeggen: het verbod op het cumuleren van sancties en vervolgingen voor eenzelfde laakbaar feit. 

Voor de FOD Financiën is de CAF het contactpunt voor Justitie rond minnelijke schikking in fiscale strafzaken. Die regeling stelt het openbaar ministerie in staat om de dader van een inbreuk voor te stellen om, onder bepaalde voorwaarden, de strafrechtelijke vervolgingen tegen hem stop te zetten als hij een geldsom betaalt.

 Binnen de CAF is er de cel ‘bestrijding van belastingparadijzen’ die een analyse maakt van tal van betalingen van Belgische vennootschappen in belastingparadijzen. Die cel heeft een excellentiecentrum voor belastingparadijzen die andere (interne en externe) diensten kunnen raadplegen. De cel werkt samen met de cel ‘verrekenprijzen’ van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit, dat in het kader van de passende controle van die verrekenprijzen.

De CAF optimaliseert de uitwisseling van informatie met de CFI en staat ten aanzien van die CFI in voor de rol van compliance officer van de FOD Financiën betreffende de aanwijzingen voor het witwassen van kapitaal die door de ambtenaren van de FOD Financiën in de uitoefening van hun functie worden ontdekt.

De CAF zorgt voor de opvolging van de werkzaamheden van de FATF rond de bestrijding van het witwassen van kapitalen en de financiering van het terrorisme. Hij neemt deel aan de 4e wederzijdse evaluatie van België door de FATF en beantwoordt in dat verband de vragen over de technische overeenstemming, de doeltreffendheid en de dreigingsanalyse van het witwassen van kapitalen. 

De CAF neemt deel aan de werkzaamheden van de OESO over de GT 10 Tax Crimes and other crimes en de GT 11 Aggressive Tax Planning met als doel regeringen bij te staan:

  • in het snel aanpakken van fiscale risico’s
  • bij het identificeren van de trends en de kenmerken die sommige fiscale administraties opmerken
  • om hun ervaringen in het omgaan met fiscale risico’s te delen.

Van de vijftien acties uit het OESO-actieplan Base Erosion and Profit Shifting volgt de CAF er vier van nabij:

  • actie 2 die slaat op de hybrid mismatches of hoe de effecten neutraliseren van structuren die door twee belastingadministraties verschillend zouden worden aangepakt
  • actie 3 over de wetgevingen die de gecontroleerde buitenlandse ondernemingen raken
  • actie 4 over de intrestaftrek
  • actie 12 over de Mandatory Disclosure Rules die gericht zijn op meer transparantie en een verplichte verslaggeving over bepaalde verrichtingen

De CAF neemt deel aan het College voor de bestrijding van de fiscale en sociale fraude.

De CAF werkt mee aan het Nationaal Veiligheidsplan over de economische en financiële criminaliteit.

De CAF werkt samen met de verschillende overheden zoals de RSZ, de Sociale inlichtingen en opsporingsdienst (SIOD), de FOD Justitie en de FOD Buitenlandse Zaken … voor een betere uitwisseling van inlichtingen.

De CAF neemt deel aan het platform Mensenhandel en aan de Cel voor de bestrijding van schadelijke sekten.

De CAF beantwoordt parlementaire vragen die op zijn bevoegdheden betrekking hebben.

De CAF neemt deel aan seminaries in verband met zijn core business.

De CAF leidt de stagiairs van de FOD Financiën op.

agisi_organigrammenl.png

Opzetten van een wereldwijd model voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen

De samenwerking tussen belastingadministraties is van essentieel belang in de strijd tegen fiscale fraude en belastingontwijking op internationaal niveau. Het uitwisselen van inlichtingen is een cruciaal onderdeel van die samenwerking. In 2014 werd aanzienlijke vooruitgang geboekt met het oog op het organiseren van een automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen. De FOD Financiën werkte actief mee aan de onderhandelingen die deze vooruitgang mogelijk hebben gemaakt.

Op 23 april 2014 heeft België het FATCA-akkoord met de Verenigde Staten ondertekend. Dat akkoord regelt de details voor een automatische en wederzijdse uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen. De eerste inlichtingen worden in de loop van 2015 uitgewisseld.

Op grond van het model van het FATCA-akkoord en onder auspiciën van de OESO werd op 21 juli 2014 een nieuwe wereldwijde standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen gepubliceerd. Op 29 oktober 2014 heeft in Berlijn een groep voortrekkerslanden, waaronder België, het multilateraal akkoord tussen de bevoegde autoriteiten inzake de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen ondertekend. Daardoor verbonden die landen er zich toe om vanaf 2017 financiële inlichtingen over het jaar 2016 uit te wisselen.

Op Europees niveau werd de richtlijn 2011/16/EU van 15 februari 2011 over de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen gewijzigd door richtlijn 2014/107/EU van 9 december 2014, met als doel er de voornoemde wereldwijde standaard in op te kunnen nemen. Vanaf 2017 zullen de eerste inlichtingen die slaan op het jaar 2016 uitgewisseld worden.

In 2015 zal België in zijn intern recht de nodige wetgeving moeten invoeren voor de toepassing van die akkoorden en van de gewijzigde Europese richtlijn.

De inproductiestelling van de toepassing DER: een belangrijke stap in de verdere digitalisering van de AAPD

Op 1 april 2014 heeft de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) de toepassing DER (Documents Électroniquement Reconnaissables) in productie gesteld. Met die toepassing kan de AAPD akten en bijlagen elektronisch uitwisselen met het notariaat en de registratiegegevens uitwisselen met de gewesten. Samen met de documenten sturen de notarissen via DER ook structurele gegevens (metagegevens) uit de akte door. Die metagegevens kunnen gebruikt worden in andere toepassingen om de akten te verwerken en de patromoniale documentatie te updaten, waardoor ze maar één keer ingevoerd moeten worden. De partners zien de efficiëntie verbeteren en de risico’s op fouten dalen. De inproductiestelling van deze toepassing betekent dus een belangrijke stap in de verdere digitalisering en modernisering van de AAPD.

Een digitale uitwisseling

De digitale uitwisseling van akten en bijlagen met het notariaat werd op 1 april 2014 een feit dankzij de inproductiestelling van de toepassing DER. Die toepassing is een gezamenlijke verwezenlijking van de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV), de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (KFBN) en de AAPD. De notarissen bieden hun akten en bijlagen digitaal aan met het programma E-registration, de tegenhanger van DER bij het notariaat. De ontvangers van de registratie en de hypotheekbewaarders ontvangen de aangeboden documenten via DER, voeren alle formaliteiten uit en sturen de documenten terug naar de notarissen.

De notarissen sturen samen met de eigenlijke akte ook structurele gegevens uit de akte (metagegevens) door, zoals informatie over de partijen en de goederen. Die informatie kan op de registratie- en hypotheekkantoren gebruikt worden in andere toepassingen om akten te verwerken en de patrimoniale documentatie bij te werken, waardoor ze maar één keer moeten worden ingevoerd.

De voordelen

Dankzij deze  gegevensuitwisseling winnen de partners dus aan efficiëntie en beperken ze het risico op fouten. Die manier van werken werd in 2014 gedeeltelijk op gang gebracht, maar zal in 2015 volwaardig tot haar recht kunnen komen met de invoering van de applicatie STIPAD. Het uiteindelijke doel dat vooropgesteld wordt is een eenmalige bijwerking van de patrimoniale documentatie.

Cijfers van het DAV-meetbureau geven aan dat de efficiëntiewinsten voor de AAPD 10 miljoen euro per jaar bedragen. Deze schatting werd gedaan op basis van de tijdswinst die de kantoren van de AAPD zouden moeten boeken per dossier, rekening houdend met het gemiddelde aantal dossiers per jaar en de gemiddelde uurkost van een ambtenaar. Na de realisatie van de volwaardige samenwerking met STIPAD zal dat geschatte bedrag nog stijgen. De vermindering van de administratieve kosten voor het notariaat wordt ingeschat op 50 miljoen euro per jaar. De samenwerking tussen DER en E-Registration sleepte omwille hiervan in 2014 een nominatie in de wacht in de categorie Rendabiliteit voor de ‘E-gov Awards’. Deze wedstrijd wordt georganiseerd door Agoria, de federatie van de technologie-industrie, en door TMAB Business Events.

Een overgangsperiode tot aan de wettelijke verplichting

Sinds de productiestelling van DER hebben ook enkele notarissen E-Registration gebruikt, hoewel ze pas vanaf 1 januari 2015 wettelijk verplicht zijn om hun akten elektronisch neer te leggen. 2014 was voor DER dus nog een overgangsperiode waarin de notarissen en het personeel van de registratie- en de hypotheekkantoren geleidelijk aan konden wennen aan de nieuwe werkmethoden, terwijl ze afrekenden met kinderziekten om te helpen de toepassing verder te optimaliseren.

Een uitwisseling voorzien met de Gewesten

Op 1 januari 2015 werden de diensten voor de inning van registratie- en successierecht in het noorden van het land overgedragen naar het Vlaamse Gewest. Vanaf dan moet de AAPD ook de registratiegegevens van bepaalde akten doorgeven aan de Vlaamse Belastingsdienst (VLABEL). Voor de elektronisch aangeboden akten kunnen die gegevens via DER doorgegeven worden. De toepassing is klaar om dezelfde uitwisseling op gang te brengen met de andere gewesten als zij de inning van de registratie- en successierechten op zich nemen.

Het is voorzien om in 2015 DER en andere toepassingen van de AAPD verder te verbeteren en gegevens uit te wisselen met VLABEL. Het is ook voorzien om de samenwerking met STIPAD op te starten, om DER optimaal te gebruiken. Zowel de medewerkers als de partners zullen zo de vruchten plukken van de digitalisering.

Mobiele backscatter in de strijd tegen smokkel

Eind 2014 hebben de douaniers van de dienst Megascan (Grensinspectiepost Kallo) de sleutel van hun backscatter ontvangen. De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) wenste met behulp van deze scanner vooral twee specifieke vormen van smokkel op een efficiëntere wijze te bestrijden. Namelijk sigarettensmokkel en de smokkel van verdovende middelen via rip-off.

Waarom een nieuwe scanner?

De technologische evolutie creëert kansen om bepaalde taken efficiënter aan te pakken, zo ook sigarettenfraude en drugssmokkel opsporen via scanning. De backscatter is een mobiel, compact en zeer wendbare scanner (het past in een eenvoudige bestelwagen) waardoor hij kan ingezet worden in een beperkte ruimte.

De scanner kan immers gewoon voorbij het te scannen voorwerp rijden om de nodige beelden op te slaan. Hierdoor kunnen meer vrachten en goederen worden gecontroleerd binnen een kortere tijdspanne (in optimale omstandigheden kunnen er tot 180 geselecteerde containers per shift van 8 uur gecontroleerd worden). Tot slot zijn er slechts een chauffeur en een beeldanalist nodig om de backscatter te bedienen, wat leidt tot een efficiënter gebruik van mankracht. Bij de grote klassieke mobiele scanners is er immers een minimumbezetting van vijf medewerkers.

Hoe werkt deze scanner?

De technologie gebruikt in de backscatter is gebaseerd op elektrisch opgewekte röntgenstraling (bv. zoals in ziekenhuizen of bij de tandarts). De opgewekte straling weerkaatst (‘to backscatter’) door het gescande voorwerp en wordt opgevangen in de richting van waaruit de straling komt (door de detectoren). Op basis hiervan krijgt de douane een digitaal beeld te zien.
Om te voorkomen dat levend weefsel stralingsschade oploopt, wordt de scanner automatisch uitgeschakeld zodra een persoon de grens van de beveiligde zone betreedt (binnen twee meter achter het te scannen object).

Met welk doel?

De backscatter wordt vooral ingezet in de strijd tegen sigaretten- en drugssmokkel. De sigarettensmokkel zorgt immers niet alleen voor een groot fiscaal verlies door het ontduiken van douanerechten, accijnsrechten en btw. Het brengt ook de volksgezondheid in gevaar door namaak van grote merken en productie van de zogenaamde ‘cheap whites’, die schadelijke substanties bevatten.

In de wereld van de drugssmokkel wordt vaak gebruik gemaakt van rip-off, waarbij men drugs verstopt in containers met legitieme goederen in het land van oorsprong. Als de containers aankomen in het land van bestemming staan handlangers klaar om die drugs uit de containers te halen. De backscatter laat toe om bij geselecteerde containers direct ter plaatse te gaan, zodat de handlangers geen kans meer krijgen.

De AAD&A staat niet alleen

In de haven is er een duidelijke wil van alle betrokken partijen om nauw samen te werken om bepaalde vormen van criminaliteit efficiënter te bestrijden. Op de eerste plaats zijn dat de havenautoriteiten en de containerterminals, maar ook de federale politie met wie de douane in 2012 een protocolakkoord heeft gesloten.

In het kader van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap verleende het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) subsidies voor de aankoop van de backscatter, het veiligheidsmateriaal en de opleiding van de operatoren.

Resultaten?

Minder dan een week na de officiële voorstelling van de backscatter in Antwerpen (op 15 oktober 2014) heeft dit technologisch hoogstandje reeds haar waarde bewezen. Niet minder dan 47,16 kg cocaïne werd door de douane (via een samenwerking tussen de backscatter en de Opsporingsdienst) gevonden binnenin de wand van het mechanische koelcompartiment van een gekoelde container.

Duurzame rapportering: na de GRI 3, de GRI 4.0 … maar wat is het verschil?

Voor de vierde keer neemt de FOD Financiën een GRI-verslag, Global Reporting Initiative, op in zijn gewoon jaarverslag. Een duurzame rapportering helpt elke onderneming bij het definiëren en visualiseren van haar doelstellingen inzake duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Rekenschap afleggen, de strategie analyseren, de werking en de oorzaken en de gevolgen van de dagelijkse praktijk bestuderen… Dat alles vergemakkelijkt het veranderingsbeheer in een organisatie om de duurzaamheid van haar werking nog te doen toenemen. In 2014 ging de FOD Financiën nog een stap verder in haar rapportering: de GRI 4.0.

Bij de edities van 2011, 2012 en 2013 volgde de FOD Financiën de richtlijnen van de GRI 3. Het kwam erop neer te beantwoorden aan de algemeenheden en om becijferde en pragmatische gegevens te verstrekken over het verbruik en over de werking van de FOD in het algemeen. Deze gegevens zijn zeker belangrijk aangezien ze een duidelijk beeld geven van de impact van de FOD op het milieu, zeker gezien de omvang van de FOD. Toch zijn deze cijfers en resultaten niet de essentie; ze weerspiegelen niet de bedrijfsfilosofie. Een evaluatie van de core business en een behoeftenanalyse bieden een relevantere visie op de wil en het inzicht van de FOD Financiën om te handelen als maatschappelijk verantwoordelijke actor.

In het kader van deze reflectie startte het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) een federaal coachingproject voor het bevorderen van de GRI 4.0 binnen de overheidsdiensten. Zes federale en programmatorische overheidsdiensten1 gingen daarop in en daartoe waaronder dus ook de FOD Financiën. De GRI 3 maakte plaats voor de GRI 4.0, die een essentieel begrip naar voor brengt: de ‘materialiteitsmatrix’.

De ‘materialiteit’ is de graad van relevantie en belang van de in de rapportering behandelde onderwerpen. Vandaar dat de inhoud van het verslag wordt bepaald door de wil van de FOD om de ‘echte’ thema’s aan te pakken (dit zijn relevante thema’s die tijdens het afgelopen jaar in de actualiteit zijn geweest, zoals in het traditionele jaarverslag, maar ook tijdloze onderwerpen die worden behandeld vanuit de historiek of een bijzonder oogpunt ervan, en voortvloeiend uit de terzake vastgelegde doelstellingen) en een analyse te maken van de wijze waarop de FOD zich kwijt van zijn taken als antwoord op de verwachtingen van de belanghebbende partijen en van de maatschappij.

In eerste instantie moesten dus de onderwerpen worden bepaald die voor de FOD en voor de belanghebbende partijen belangrijk zijn. Vervolgens werden er prioriteiten bepaald en werd ervoor gezorgd dat ze evenwichtig, becijferd en geïllustreerd werden behandeld, in het bijzonder op basis van indicatoren. Einddoelstelling: een synthetisch, volledig en concreet beeld geven van de opdrachten en de waarden van de FOD.

Dit werk werd verwezenlijkt in samenwerking met de consultant ‘Cap Conseil’, een hulp die inbegrepen was in de offerte van het FIDO. Het introspectiewerk is begonnen met de bijdrage van de voorzitter van het Directiecomité. Een werkgroep identificeerde vooreerst de belangrijkste betrokken partijen van de FOD. Ook vroeg men aan elke algemene administratie en stafdienst om een lijst op te maken van de partners en doelgroepen waarmee zij samenwerken en communiceren2. Er werden14 aandachtspunten afgebakend. Die zijn enerzijds een weerspiegeling van de core business, de filosofie en de werking van de FOD en anderzijds beantwoorden ze aan de verwachtingen van de betrokken partijen.

De werkgroep kende vervolgens aan elk aandachtspunt een score toe om er het belang van te bepalen, zowel voor de administratie als voor de belanghebbende partijen. Op basis van deze evaluatie is het duidelijk wat er voor allen van belang is en kunnen er doelstellingen worden bepaald, met respect voor het principe 15 van de ‘Verklaring van Rio’(zie hieronder). Deze evaluatie ligt aan de oorsprong van de ‘materialiteitsmatrix’ van de FOD Financiën. Het spreekt vanzelf dat deze verslaggeving voor alle betrokken partijen van de FOD een gelegenheid is om een positie in te nemen en om ons hun opmerkingen mee te delen.

Aangezien deze aandachtspunten eerder eigen zijn aan een bepaalde algemene administratie of stafdienst  werd een kleine groep van rechtstreeks betrokken medewerkers samengesteld. Deze groep lijnde de grens af, en stelde de indicatoren en de doelstellingen van elk aandachtspunt vast: een eerste stap om vier aandachtspunten in de verslaggeving van 2014 op te nemen. Het gaat om een omvangrijk werk dat op de lange termijn moet worden voortgezet om te komen tot een duurzame verslaggeving waarin de 14 oorspronkelijk vastgelegde aandachtspunten worden opgenomen.

 

1 De deelnemers: FOD Personeel en Organisatie, FOD Justitie, FOD Economie, FOD Kanselarij van de Eerste Minister, FOD Fedict en de FOD Financiën.

2 Dit werk werd reeds gestart tijdens de vorige edities, op basis van de richtlijnen van de GRI 3.

 

Wat is het principe 15 van de ‘Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling’?

De ‘Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling’ werd door de Verenigde naties aangenomen in juni 1992 in Rio de Janeiro (Brazilië), tijdens de Top ‘Planeet Aarde’. Het principe 15 heeft betrekking op de voorzorg: ‘Om het milieu te beschermen moeten de Staten op basis van hun mogelijkheden voorzorgsmaatregelen toepassen. In geval van risico op zware of onomkeerbare schade, mag het niet bestaan van wetenschappelijke zekerheid niet als voorwendsel worden gebruikt om het nemen van maatregelen ter voorkoming van de aantasting van het milieu uit te stellen’.

FOD Financiën zet inspanningen voor een beter kennisbeheer verder

In een organisatie waar jaarlijks ongeveer 1.200 medewerkers met pensioen vertrekken (waaronder zo’n 10% met een kritische functie) is kennisbeheer cruciaal. Dat resulteert vooral in workshops en leernetwerken over die materie. Maar ook investeert de FOD Financiën in het ter beschikking stellen van documentatie.

50 moderatoren opgeleid voor leernetwerken

Begin 2014 werden 53 medewerkers die hun entiteit verlieten als gevolg van de reorganisatie van de FOD en over kritieke kennis beschikten, samengebracht in een aantal workshops over kennisoverdracht ‘Senior-Junior’. Ze stelden een ‘survivalkit’ samen: een handleiding die uitlegt hoe zij hun taken uitvoerden en op welke bronnen en personen zij beroep deden om die taken goed uit te voeren.

Daarnaast zijn in april 2014 sensibiliseringsmails verstuurd naar de personeelsleden die hun pensioenaanvraag hadden ingediend en hun chef, om hen aan te raden de kennisoverdracht voor te bereiden.

De belangrijkste nieuwigheid in 2014 zijn de leernetwerken waar ervaring en goede praktijken worden uitgewisseld. Een soort van praktijkgemeenschappen dus die een toegevoegde waarde hebben ten opzichte van klassieke opleidingen. Een vijftigtal moderatoren zijn opgeleid om acht leernetwerken, zowel rond generieke als technische materies, te begeleiden.

Sinds 2014 vraagt de FOD Financiën ook aan leidinggevenden om doelstellingen van kennisbeheer in de teamdoelstellingen van de evaluatiecyclus van elke medewerker te integreren. En tot slot werd vanaf december 2014 een interactieve cursus over kennisdeling geïntegreerd in de polyvalente opleidingen die alle nieuwe personeelsleden van de FOD Financiën krijgen.

Documentatie via de Infotheek en Fisconetplus

De Infotheek van de FOD Financiën biedt een verzameling publicaties aan over openbare financiën, fiscaliteit, economie, recht, duurzame ontwikkeling, groene economie en actuele onderwerpen die interessant voor zijn medewerkers kunnen zijn. De catalogus kan online worden geraadpleegd.

In 2014 verwierf de Infotheek 1.263 nieuwe boeken en beheerde hij 1.500 abonnementen.

En in 2014 brachten 5.091 mensen (medewerkers en externen) een bezoek aan de leeszaal.

Voor Fisconetplus, de online fiscale en juridische gegevensbank van de FOD Financiën, was 2014 een belangrijk jaar.

Enerzijds werd deze toepassing, ondersteund door een krachtige zoekrobot, technisch stabiel. De inhoud werd ook vollediger, aangevuld en bijgewerkt.

Anderzijds werden verstrekte samenwerkingen opgezet met de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (gestandaardiseerde uitwisselingen), de Geschillen (workflow), de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen (structuur en klantgerichte navigatie) en de FOD Justitie (voor wat betreft de geconsolideerde versies van zes juridische codes). Interessant om weten is dat in 2014 de grote Belgische gespecialiseerde uitgevers hergebruiksovereenkomsten tekenden.

Sinds 2012 steeg het bezoekersaantal van Fisconetplus met zowat 40% (68.946 bezoekers in december 2014) en namen de onlineraadplegingen met 45% toe (170.018 bezoeken in december 2014). Een duidelijk bewijs dat kwaliteit en betrouwbaarheid hun vruchten afwerpen. Fisconetplus is een succes waarop privé-instellingen zich graag baseren.

De voornamelijk Belgische bezoekers zijn ambtenaren (ong. 8.500), gespecialiseerde advocatenkantoren, cijferspecialisten, grote bedrijven, banken, en academici.

Interne controle op de goede weg

In 2013 en 2014 heeft de FOD Financiën enorm ingezet op het Interne Controlesysteem (ICS). Het Netwerk Interne Controle (NIC) is in volle ontwikkeling en bestond op 31 december 2014 uit veertien Interne Controle-facilitators (ICF’s), verspreid over de verschillende entiteiten. Het NIC wil Financiën beheersen op een correcte, doeltreffende en efficiënte manier. Zo kunnen alle entiteiten en medewerkers hun doelstellingen realiseren.

Nieuwe structuur

Binnen zijn Stafdienst Begroting en Beheerscontrole (B&B) heeft de FOD Financiën het Expertisecentrum Interne Controle opgericht. Dat is het centrale aanspreekpunt voor alles wat met interne controle te maken heeft. Het beheert ook de documentatie over het ICS en coördineert de methodologie binnen de organisatie. De ICF’s hebben intussen in elke administratie en stafdienst processen voor risicoanalyse ontwikkeld. Die moeten eind 2016 afgerond zijn.

In februari 2014 werd ook een pool van vier ICF’s opgericht. Als er in een bepaalde administratie of stafdienst plots veel werk is of als een ICF van een bepaalde entiteit wegvalt, dan springt die pool bij. Dat zorgt voor een maximale flexibiliteit.

Quality check van de risicoanalyses

Op 30 april 2014 voerde de FOD Financiën een systeem in dat de kwaliteit van de interne controle kan beoordelen. In alle fases van de risicoanalyse bezorgen de ICF’s hun documenten, zoals resultaten van de risicoanalyse (risicoregister) en pv-validering, aan het expertisecentrum. Dat controleert vervolgens de kwaliteit ervan.

Methodologie en werkinstrumenten

Het is de bedoeling dat alle administraties en stafdiensten binnen de FOD Financiën op dezelfde, gestandaardiseerde manier rapporteren over hun interne controle. Daarom heeft het expertisecentrum in 2014 een unieke template ontwikkeld waarin alle informatie staat over de interne controleprocessen, waaronder de risicoanalyse. Alle ICF’s moeten dan ook die eenvormige methodologie volgen.

Sensibiliseringssessies

Het Expertisecentrum Interne Controle ondersteunt de entiteiten door sensibiliseringssessies te organiseren over de thematiek. Die sessies hebben als doel om de medewerkers bewust te maken van wat interne controle eigenlijk is. De ICF’s van het NIC willen ook aantonen dat interne controle geen inspectie is van personen en leggen bovendien uit hoe ze die controles uitvoeren. Zo willen ze de aandacht van directies, afdelingshoofden en dienstchefs van alle entiteiten vestigen op het belang van interne controle en hen duidelijk maken dat zij daarin een voorbeeldfunctie hebben.

Vooruitgang

Stap voor stap maakt de FOD Financiën vorderingen op het gebied van interne controle. Er zijn echter voortdurend nieuwe ontwikkelingen waarop de organisatie antwoord moet bieden. Het expertisecentrum past dan ook telkens zijn methodologie aan en werkt nieuwe werkinstrumenten uit. Er wacht de ICF’s dus nog heel wat werk.

E-services van de FOD Financiën

Belcotax-on-web

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: werkgevers en andere schuldenaars van inkomsten die aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen zijn
Doelstelling: indiening van de fiches 281 en van de samenvattende opgaven 325
Nieuw in 2014: nieuwe offline valideringsmodule van de inkomstenfiches 2013
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/Belcotaxonweb/

 

Biztax

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: ondernemingen en mandatarissen
Doelstelling: indiening van de aangiften in de vennootschapsbelasting, in de rechtspersonenbelasting en in de belasting van niet-inwoners/vennootschappen
Nieuw in 2014: eenmalige correctiemogelijkheid vóór de uiterste indieningsdatum van de via Biztax verstuurde aangifte
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/biztax/

 

CadGIS

Betrokken AA: AAPD
Doelpubliek: burgers
Doelstelling: gratis online raadpleging van het kadastraal plan; opzoeking van een goed, bijvoorbeeld op basis van het adres of het perceelnummer. Afdruk van een zicht op het kasdastraal plan; afdruk van een (vooraf ingevuld) formulier voor aanvraag van een planuittreksel; rechtstreekse verzending van een aanvraag voor een planuittreksel.
Links: http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/ [via MyMinfin (zonder authenticatie) > Vermogen] -
http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgiscitoyen/ [via MyMinfin (met authenticatie) > Vermogen]

 

Calc-Energy-Plus

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: burgers
Doelstelling: berekening van de uitgaven voor energiebesparing voor meer dan één woning
Nieuw in 2014: bijwerking voor het aanslagjaar 2014
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/calc-energy-plus/calc-energy-p...

 

EMCS

Betrokken AA: AAD&A
Doelpubliek: burgers en ondernemingen
Doelstelling: indiening van elektronische douanedocumenten voor het opvolgen van de goederenbewegingen met schorsing van accijnzen
Link: http://www.fiscus.fgov.be/interfdanl/nl/accijnzen/index.htm

 

FATCA

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: Belgische financiële instellingen
Doelstelling: verwerking van de informatie die wordt uitgewisseld in het kader van het intergouvernementeel akkoord van 23.04.2014 tussen België en de VS.  De FOD Financiën verbindt zich ertoe aan de Amerikaanse fiscus de informatie uit de FATCA-wet mee te delen (Belgische financiële informatie over de Amerikaanse klanten). Het gaat om jaarlijkse automatische wederzijdse uitwisselingen van financiële informatie tussen België en de VS. Eerste uitwisseling is gepland in de loop van 2015
Nieuw in 2014: nieuwe toepassing
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/fatca/

 

Finelts

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: financiële instellingen en verzekeringsondernemingen
Doelstelling: opmaak en verzending van de aangiften met betrekking tot de taks op het langetermijnsparen en aangiften met betrekking tot de taks op de verzekeringsverrichtingen (premietaks) door de financiële instellingen en verzekeringsondernemingen die producten van het langetermijnsparen aanbieden (die elk jaar een aangifte moeten indienen van de begunstigden van de gestorte kapitalen, overeenkomstig de voorwaarden van de onderschreven contracten)
Nieuw in 2014: de aangifte heeft betrekking op:
•    de contracten die in 2012 het voorwerp zijn geweest van een heffing van 6,5 % in het kader van het langetermijnsparen
•    de premietaks die in 2013 werd verhoogd van 1,1 % tot 2 %
Link: http://minfin.fgov.be/portail2/nl/e-services/finelts/index.htm

 

FinProf

Betrokken AA: AAII
Doelpubliek: aangevers van bedrijfsvoorheffing
Doelstelling: indiening van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing
Link: http://minfin.fgov.be/portail2/nl/e-services/finprof/index.htm

 

Intervat

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: btw-belastingplichtigen
Doelstelling: indiening van:
•    periodieke en niet-periodieke btw-aangiften
•    klantenlistings
•    intracommunautaire opgaven
•    aanvragen tot terugbetaling VatRefund
•    opgaven van intracommunautaire leveringen van nieuwe vervoermiddelen
•    speciale btw-aangiften 629
•    registratie MOSS (+ VOES) en kwartaalaangifte MOSS
Nieuw in 2014: openstelling van de module MOSS (Mini One Stop Shop) voor de registratie van de Belgische ondernemingen die elektronische diensten, telecomdiensten of radio- en televisiediensten verstrekken aan niet-btw-plichtigen in andere lidstaten  van de Europese Unie
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/Intervat/

 

Mandaten

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: Belgische burgers en niet-inwoners en hun mandatarissen (inzonderheid de cijfermatige beroepen)
Doelstelling: aanmaak en beheer van de mandaten door de opdrachtgevers en hun mandatarissen zodat die in een of meerdere "e-services" van de FOD Financiën dezelfde acties kunnen ondernemen als de opdrachtgevers. 
Met de toepassing "Mandaten" kunnen volgende acties worden ondernomen:
•    de aanmaak van mandaten (voor onbepaalde duur of voor een beperkte tijd)
•    het stopzetten van mandaten
•    de overdracht van mandaten naar een nieuwe mandataris
Mogelijke mandaten:
•    mandaat voor het indienen van de aangifte in de personenbelasting
•    mandaat voor het indienen van de aangifte in de belasting van de niet-inwoners (natuurlijke personen)
•    mandaat voor toegang tot het fiscaal dossier  (MyMinfin) van de klanten
Nieuw in 2014: mandaat voor het indienen van documenten via Intervat en voor toegang tot het fiscaal dossier MyMinfin van de klanten met hun btw-documenten (uittreksels rekening-courant en van de bijzondere rekening en ontvangstbewijzen van de aangiften en van documenten die via Intervat worden ingediend)
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/mandaten/

 

Module voor de registratie van het systeem van de geregistreerde kassa's

Betrokken AA: AABBI
Doelpubliek: producenten en verdelers van geregistreerde kassa"s, horeca-uitbaters
Doelstelling: registratie door de horeca-uitbaters van hun kassa en van het beheer van de leveringen van de kassa"s en van de Fiscal Data Modules (FDM)
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/registratiemodule_gks/registra...

 

MyMinfin - MyMinfinPro

Betrokken AA: AAFisc, AAPD
Doelpubliek: burgers en ondernemingen (belastingplichtigen en hun mandatarissen)
Doelstelling: persoonlijk elektronisch fiscaal dossier
Nieuw in 2014: het zichtbaar maken voor de belastingplichtigen en hun mandatarissen van de ontvangstbewijzen van alle documenten die via Intervat worden ingediend (periodieke en niet-periodieke aangiften, klantenlistings, intracommunautaire aangiften, aangiften curatoren, aangiften VatRefund en NVM), uittreksels van de rekening-courant en van de opgemaakte en verzonden bijzondere rekeningen. De terbeschikkingstelling van die documenten is in 2014 geleidelijk van start gegaan. Het doel bestaat erin om de sedert 01.01.2013 opgemaakte en verzonden documenten beschikbaar te maken.
Link: http://www.myminfin.be

 

MyRent

Betrokken AA: AAPD
Doelpubliek: burgers (eigenaars en huurders)
Doelstelling: gratis verzending naar de registratie van een huurcontract en van een plaatsbeschrijving voor een woning die uitsluitend voor bewoning wordt gebruikt
Nieuw in 2014: downloaden van een tutorial voor het visualiseren van de te volgen stappen
Links: www.myrent.be

 

NCTS

Betrokken AA: AAD&A
Doelpubliek: burgers en ondernemingen
Doelstelling: indiening van de doorvoeraangiften inzake douane
Link: https://ccff02.minfin.fgov.be/NCTSWeb

 

Pandora

Betrokken AA: AAThes
Doelpubliek: burgers, banken, beleggings- en verzekeringsondernemingen
Doelstelling: consolidatie van de gegevens betreffende de slapende tegoeden die door de banken en de beleggings- en verzekeringsondernemingen worden verzonden naar de toepassing Identifin; mogelijke raadpleging voor de burgers via MyMinfin van de gegevensbank Pandora waarmee ze kunnen nagaan of er op hun naam een slapend tegoed bestaat.
Links: http://financien.belgium.be/nl/E-services/pandora/pandora.jsp : voor de banken en de beleggings- en verzekeringsondernemingen - www.myminfin.be (na authenticatie) > vermogen > slapende tegoeden : voor de burgers

 

PLDA

Betrokken AA: AAD&A
Doelpubliek: burgers en ondernemingen
Doelstelling: indiening van de invoer- en uitvoeraangiften voor douane en accijnzen
Link: http://plda.fgov.be/nl/welkom

 

RV-on-web

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: schuldenaars van roerende voorheffing (burgers en ondernemingen)
Doelstelling: indiening van de aangifte in de roerende voorheffing
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/rv-on-web/

 

Spaarrichtlijn - Project Jmonnet

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: financiële instellingen, entiteiten en personen (particulieren, boekhouders ...) die onder de definitie van de Spaarrichtlijn vallen
Doelstelling: indiening van de aangifte Spaarrichtlijn door de Belgische betalende instanties
Nieuw in 2014: functie voor het verzenden van XML-bestanden om het indienen van de aangiften Spaarrichtlijn te vergemakkelijken
Link: http://financien.belgium.be/nl/E-services/richtlijn_sparen_-_j_monnet/jm...

 

Tarweb

Betrokken AA: AAD&A
Doelpubliek: burgers en ondernemingen
Doelstelling: raadpleging van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Unie (TARIC), van de bijgevoegde nationale informatie (zoals de accijsrechten, btw, opname van bijzondere maatregelen ...)
Link: http://tarweb.minfin.fgov.be/

 

Tax-Calc

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: burgers en ondernemingen
Doelstelling: anonieme berekening van de personenbelasting
Nieuw in 2014: actualisering van de berekening voor het aanslagjaar 2014
Link: http://ccff02.minfin.fgov.be/taxcalc/app/anonymous/public/calcbox/home.do

 

Tax-on-web

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: burgers (Belgische en niet-inwoners)
Doelstelling: indiening van de aangifte in de personenbelasting en in de belasting van de niet-inwoners (natuurlijke personen)
Nieuw in 2014:
•    vak II: mogelijkheid om in de aangifte zelf het aantal en de identiteit te wijzigen van de kinderen en personen ten laste. In 2013 waren het aantal en de identiteit van de kinderen en personen ten laste vooraf ingevuld maar zonder mogelijkheid om de identiteit te wijzigen
•    vak III: opsomming van de door de FOD Financiën gekende kadastrale inkomens en hulp bij het invullen ervan in de aangifte
•    vak X: uitbreiding van de wizard "Bedrag van de opvangkosten voor kinderen die in aanmerking komen voor de belastingvermindering" (code 1384) 
•    openstelling van TOW Mandataris voor de cijfermatige beroepen uit de buurlanden
Link: http://www.taxonweb.be

 

Tax-on-web Mandataris

Betrokken AA: AAFisc Doelpubliek: mandatarissen van de burgers en van de ondernemingen (inzonderheid de cijfermatige beroepen)
Doelstelling: indiening van de aangifte in de personenbelasting en in de belasting van de niet-inwoners (natuurlijke personen) van hun klanten (opdrachtgevers)
Nieuw in 2014: openstelling voor de cijfermatige beroepen uit de buurlanden
Link: http://ccff02.minfin.fgov.be/taxonweb/app/pro/public/taxworkbox/home.do

 

Urbain

Betrokken AA: AAPD
Doelpubliek: gemeenten
Doelstelling: overdracht van de door de gemeenten afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen
Nieuw in 2014: controle van de personen en van de gecodeerde percelen
Link: http://www.minfin.fgov.be/portail2/nl/e-services/urbain.htm

 

VAT on e-services

Betrokken AA: AAFisc
Doelpubliek: niet bij de btw geïdentificeerde dienstverleners die buiten de EU gevestigd zijn
Doelstelling: indiening van een btw-aangifte door de verstrekkers van elektronische diensten aan natuurlijke personen of aan rechtspersonen binnen de EU die niet aan de belasting onderworpen zijn
Nieuw in 2014: registratiemodule is opgenomen in de toepassing MOSS
Link: https://ccff02.minfin.fgov.be/TVAeServices/index.jsp

 

Advies van de Hoge Raad van Financiën over de tax shift en de financieringsbehoeften van de overheden

Een tax shift ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen

In 2014 ging de aandacht van de Afdeling Fiscaliteit en Parafiscaliteit van de Hoge Raad van Financiën (HRF) vooral naar de afwerking van een rapport over 'Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen - scenario's voor een globale en significante belastinghervorming'. Dit paste in het kader van een grondige denkoefening over de manier waarop de fiscale regelgeving in ons land moet evolueren om rekening te houden met de staatshervorming en om het belastingstelsel billijker te maken. Het opzet hierbij is belastingen op inkomsten uit arbeid te verschuiven naar andere grondslagen en zodoende de jobcreatie, groei en duurzaamheid te bevorderen.

Beoordeling van de financieringsbehoeften van de diverse Belgische overheden en aanbeveling van een begrotingstraject op middellange termijn

De Afdeling ‘Financieringsbehoeften van de overheid’ van de HRF publiceerde in 2014 drie teksten over de Belgische overheidsfinanciën.

In het normatieve Advies van maart 2014 werd een begrotingstraject met structurele en nominale begrotingsdoelstellingen voor de gezamenlijke overheid en voor Entiteit I (de Federale Overheid en de Sociale Zekerheid) en Entiteit II (de deelgebieden en de lokale overheden) aanbevolen ter voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2014-2017. Dit houdt onder meer de realisatie in van een structureel overschot van de gezamenlijke overheid van 0,75% bbp in 2017.

In aanvulling op dit advies werd de evolutie weergegeven van de budgettaire situatie van de lokale overheden tijdens de periode 2006-2012, met bijzondere aandacht voor de financiële stromen tussen de lokale en de overige overheden.

In het retrospectieve advies van november 2014 werden de budgettaire resultaten van de diverse overheden tot en met 2013 beoordeeld ten opzichte van de voor hen vastgelegde doelstellingen.

De Studiedienst, die deel uitmaakt van de Stafdienst BEO, neemt onder andere het secretariaat van de Hoge Raad van Financiën waar. Dit behelst onder meer de voorbereiding van adviezen van de HRF. De onderwerpen die de Studiedienst en de HRF behandelen, slaan op de gehele Belgische economie of overheidssector en overstijgen dus de interne werking van de FOD of de individuele dienstverlening.

Gemiddeld aantal uren opleiding per jaar, per loontrekkende en per beroepscategorie

GRI 4.0 – LA9

2014 betekende een stap vooruit voor de Academie, de opleidingsdienst van de FOD Financiën die geïntegreerd is in de Stafdienst Personeel en Organisatie. Door een besluit van het Directiecomité eind 2014 worden de opleiders immers rechtstreeks aangesteld bij de Academie. Deze strategische keuze kwam er na de afschaffing van de Centra voor Beroepsopleiding (CBO) en heeft tot doel de efficiëntie en de doeltreffendheid te verhogen bij de invoering van een geïntegreerd opleidingsbeleid.

Het ter beschikking stellen van de opleiders zal worden vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA) dat wordt gesloten tussen de Stafdienst P&O en de algemene administraties/stafdiensten. Uniformiteit in het beheer van de opleidingen tussen de entiteiten biedt als voordeel dat de middelen beter zullen worden gebruikt en de procedures worden geharmoniseerd. De opleiders zullen begeleiding krijgen van de Pedagogic School van de Academie via workshops, studiedagen, coaching, opleidingen (train the trainer, docimologie ...), remediëring, enz.

De Stafdienst P&O zal dan ook de opleidingen beter kunnen coördineren en zo de versnippering van competenties vermijden door de verschillen die er zijn in de werking van de verschillende administraties te beperken via een gemeenschappelijke methodologie.

In 2014 werden 13.712 medewerkers opgeleid. Dit cijfer houdt geen rekening met Network Events, roadshows, informatiesessies en coaching on-the-job.

In totaal werden er 458.248,2 uren opleiding gevolgd, wat overeenkomt met 76.374,7 dagen opleiding (van zes uur per dag). Een medewerker van de FOD Financiën met een bepaalde opleidingsactie heeft in 2014, ongeacht niveau en taalrol, gemiddeld 5,57 dagen opleiding gevolgd.

 

Opleidingen: verdeling van de ambtenaren per taalrol die in 2014 een opleiding hebben gevolgd

    mannen vrouwen totaal contractuelen totaal statutairen algemeen totaal 
                    contractuelen statutairen   totaal           contractuelen statutairen   totaal               

Ambtenaren FR

niveau A 15 1.215 1.230 28 799 827 628 4.983 5.611
niveau B 23 1.026 1.049 86 801 887
niveau C 100 381 481 225 608 833
niveau D 64 58 122 87 95 182
totaal 202 2.680 2.882 426 2.303 2.729

Ambtenaren NL

niveau A 13 1.605 1.618 15 1.192 1.207 446 7.467 7.913
niveau B 17 1.522 1.539 24 1.206 1.230
niveau C 63 701 764 179 1.013 1.192
niveau D 32 58 90 103 170 273
totaal 125 3.886 4.011 321 3.581 3.902
Ambtenaren   D niveau A 0 23 23 0 7 7 5 125 130
niveau B 0 17 17 0 26 26
niveau C 0 16 16 2 32 34
niveau D 2 0 2 1 4 5
totaal 2 56 58 3 69 72
Algemeen totaal 329 6.622 6.951 750 5.953 6.703 1.079 12.575 13.654

Opmerking: Het Fedorest- en schoonmaakpersoneel is niet opgenomen in deze tabel.

Het Contactcenter van de FOD Financiën in cijfers

Het Contactcenter van de FOD Financiën in cijfers
Aard van de ontvangen vragen (startdata) 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Personenbelasting (14.04.2005) 63.653 112.202 120.954 172.410 357.669 338.862 470.397 424.846 384.875 337.868
Invordering (14.04.2005) 7.809 32.963 37.032 44.366 62.961 59.827 77.296 99.621 124.895 176.766
Voorafbetalingen (01.05.2005) 28.449 48.558 44.892 46.849 47.786 42.107 42.433 34.932 35.380 36.596
Verkeersbelasting (25.10.2005) 84.175 403.525 277.150 323.955 350.210 363.158 472.111 300.106 208.698 83.981
Registratie en successie (01.06.2006)   1.864 44.997 14.451 13.963 12.616 11.668 11.610 12.407 21.923
Btw (01.05.2008)       14.015 53.508 50.876 48.762 48.041 54.478 74.633
Vennootschapsbelasting (01.05.2008)       7.162 14.964 15.647 22.170 24.566 23.560 27.811
Kadaster (01.01.2009)         8.011 9.270 9.247 8.982 12.571 16.127
Alimentatievorderingen (01.03.2010)           8.804 11.757 12.580 13.250 18.917
Aanslagbiljet (06.03.2014)                   86.634
Andere vragen 39.903 63.453 49.399 63.175 79.902 105.058 89.796 85.647 89.224 123.813
Totaal telefoon 223.989 662.565 574.424 686.383 988.974 1.006.225 1.255.637 1.050.931 959.338 1.005.069
Totaal e-mail (alle materies) 5.441 12.070 20.158 25.295 18.090 13.951 13.748 15.759 49.349 46.013
Totaal/jaar 229.430 674.635 594.582 711.678 1.007.064 1.020.176 1.269.385 1.066.690 1.008.687 1.051.082
Cumulatief sinds start   904.065 1.498.647 2.210.325 3.217.389 4.237.565 5.506.950 6.573.640 7.582.327 8.633.409

413 nieuwe personeelsleden in 2014

In 2014 kwamen er bij de FOD Financiën 413 nieuwe personeelsleden bij. 101 van hen werden specifiek aangeworven om de shifts van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen te versterken.

Toch heeft de FOD Financiën minder gerekruteerd dan de voorbije jaren:

2012 559 nieuwe personeelsleden
2013 788 nieuwe personeelsleden
2014 413 nieuwe personeelsleden

De reden hiervoor ligt grotendeels bij de algemene wervingsstop die de regering op 10 september 2014 afkondigde.

Ondanks die wervingsstop zijn de selectieprocedures op Selor wel blijven doorgaan. En daardoor heeft de FOD Financiën op 31 december 2014 een wervingsreserve van meer dan 1.200 laureaten. Mocht de regering de rekruteringsstop opheffen en tot op zekere hoogte de versterking van sommige diensten toestaan, dan kan de FOD Financiën hierop snel en adequaat inspelen.

De FOD Financiën onderneemt nieuwe acties om de documentatie te digitaliseren

De FOD Financiën beschouwt de digitalisering van procedures als een actueel en belangrijk thema. Onder digitalisering verstaat men de creatie en het beheer van gedigitaliseerde (gescande) en numerieke gegevens. Het strategische belang ervan moet niet meer worden aangetoond, maar hoever staan we al in de praktijk?  

 

De digitalisering van de personeelsdossiers

De FOD Financiën is in 2014 verder gegaan op de ingeslagen weg van de digitalisering. Vanaf 2014 worden heel wat vergoedingen bijvoorbeeld online aangevraagd en is begonnen met de scanning van alle personeelsdossiers.

De Stafdienst Personeel en Organisatie nummert de actieve dossiers, haalt er de dubbele documenten uit, inventariseert en maakt de dossiers die geen administratief nut meer hebben over aan het Rijksarchief.

Ultiem doel is een e-HR voor elke medewerker van FOD Financiën.

De scanningcentra van de FOD Financiën

De digitalisering van deze dossiers zou niet mogelijk zijn zonder de ondersteuning van de twee scanningcentra van de FOD Financiën die gevestigd zijn te Namen en te Gent. In deze centra zijn respectievelijk 28 en 42 medewerkers tewerkgesteld die naast de digitalisering van de dossiers eveneens samen zorgen voor de fiscale aangiften die op papier binnenkomen. Het betreft een aanzienlijk werk: in 2014 werden 1.208.870 dossiers gescand evenals minstens 2.124.996 aangiften, listings en bijlagen.

Invoering van een e-scanningssysteem en elektronisch goedkeuringsproces voor facturen

In 2014 begon de FOD Financiën - als pilootorganisatie voor alle andere FOD’s - met de digitalisering van zijn facturen. Het behandelings- en goedkeuringsproces verloopt nu volledig elektronisch.

De e-scanning en het elektronische goedkeuringsproces bij de FOD Financiën hadden te kampen met een aantal kinderziekten, waardoor de betalingen vertraging opliepen. Eind 2014 waren die problemen grotendeels opgelost.

Het elektronische goedkeuringsproces laat een vlottere factuurverwerking toe en levert daardoor meer tijdige betalingen op.

Aanzienlijke milieugevolgen door het vervoer van goederen, andere waren en materialen die door de organisatie in het kader van haar activiteit worden gebruikt en door het vervoer van haar personeelsleden

GRI 4.0 – EN30

Op 31 december 2014 had de FOD Financiën 731 voertuigen, tegen 723 in 2013 en 729 in 2012.

Voor het reële brandstofverbruik hebben we ons gebaseerd op de facturen van 2012, 2013 en 2014. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de hoeveelheden benzine en diesel.

  2012 2013 2014
 

Verbruik in liter

Kost in euro incl. btw

Verbruik in liter

Kost in euro incl. btw

Verbruik in liter

Kost in euro incl. btw
Benzine 181.345 288.601 168.425 260.663 168.780 247.899
Diesel

419.084

581.685 581.685 495.145 325.396 414.745

Voor het jaar 2014 is het benzineverbruik bij de FOD licht gestegen met 0,2% in vergelijking met 2013 en is de kost gedaald met 4,9%.  Het dieselverbruik is met 12,4% gedaald (vermindering van de kost met 16,2%).

De 'CO2-gids van de auto 2011-2012' leert ons het volgende:

  • benzine: 2.300 g CO2 per liter
  • diesel: 2.688 g CO2 per liter

Op basis van die informatie kunnen we afleiden dat onze CO2-uitstoot 1.386.432 kg bedroeg in 2013 en 1.262.858 kg in 2014. We registreren dus een daling van de CO2-uitstoot van 8,91% van onze dienstvoertuigen tijdens hun verplaatsingen.

Nog enkele bijkomende cijfers voor 2012, 2013 en 2014:

  2012 2013 2014
Aantal buitenlandse dienstopdrachten 699 opdrachten (274 met de trein, 20 met de auto en 405 met het vliegtuig) 721 opdrachten (315 met de trein, 41 met de auto en 365 met het vliegtuig) 716 opdrachten (377 met de trein, 20 met de auto en 319 met het vliegtuig)
Aantal uitgedeelde treinbiljetten 81.500 biljetten1 57.000 biljetten1 50.350 biljetten1

1 Opmerking: volgens de NMBS komt één biljet overeen met ± 60 kilometer

 

Ook al blijft het aantal opdrachten in het buitenland min of meer op hetzelfde peil, de FOD Financiën blijft zich inspannen om de opdrachten met het vliegtuig te beperken. In 2014 zijn ze gedaald met 12,6% ten aanzien van 2013 en met 21,23% in vergelijking met 2012.

Samenwerking tussen de AABBI en de Guardia di Finanza en Europol om fiscale fraude te bestrijden in een steeds meer gedigitaliseerde economie

Voor het derde jaar op rij organiseerde de Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (AABBI) samen met Europol en de Guardia di Finanza (de Italiaanse politie voor douanezaken en financiële aangelegenheden) de 'Conference on tackling serious and organised Tax Crimes'. Tijdens die samenkomst bespreekt men telkens een actueel onderwerp dat te maken heeft met de fraudeontwikkelingen en de risico's waaraan de administraties zijn blootgesteld. De conferentie, die in 2014 plaatsvond in Ostia (Italië) op 27 en 28 november, ging deze keer over fraude die via of met behulp van de digitale economie wordt gepleegd. De digitalisering speelt immers almaar een grotere rol in de wereldeconomie. Los van de belastingen die daarbij worden ontdoken, leidt deze digitalisering ook tot een ondergrondse economie waarin alles zomaar wordt gekocht en verkocht met daarbij alle problemen die opduiken om de betrokkenen op te sporen en te identificeren.

Aan deze jaarlijkse conferentie nemen deskundigen, administrateurs, onderzoekers en officieren uit de verschillende EU-lidstaten en andere landen deel. Ook economische organisaties zoals de Benelux en de OESO zijn vertegenwoordigd.

Uit de conferentie van 2014 bleek dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan de verschillende evoluties binnen onze maatschappij en vooral aan de virtuele werkplekken: platforms waar de samenwerking tussen individuen vereenvoudigd en geoptimaliseerd wordt.

Geregistreerd kassasysteem (GKS) voor de horeca

Op 1 januari 2015 wordt het gebruik van een GKS verplicht voor horecazaken waar regelmatig maaltijden ter plaatse worden verbruikt. Sinds 2 december 2013 konden horeca-uitbaters vrijwillig in dit systeem stappen. Op 31 december 2014 hadden 1.977 horecazaken zich aangemeld en waren 599 GKS geïnstalleerd. Voor de andere aanmeldingen is de procedure lopende.

2014 was dus een belangrijk jaar voor de GKS-werkgroep die werkte aan:

  • de website www.geregistreerdkassasysteem.be, die in vlot leesbare FAQ alle beschikbare informatie bundelt voor de stakeholders (producenten, verdelers, horecaondernemers en klanten)
  • tientallen infosessies en diverse beurzen met uitleg over het GKS, bestemd voor horecaondernemers.
  • certificaten voor de kassasystemen en Fiscal Data Modules (FDM). De FDM (of black box) zorgt ervoor dat data beveiligd blijven en levert een elektronische handtekening af. 40 kassatypes en 2 FDM van verschillende producenten werden in 2014 gecertificeerd.
  • de webtoepassing “Module voor de registratie van het systeem van de geregistreerde kassa’s

AABBI en AAD&A sluiten samenwerkingsprotocol af

Op 19 december 2014 ondertekenden de algemene administraties van de Bijzondere Belastinginspectie (AABBI) en de Douane en Accijnzen (AAD&A) een samenwerkingsprotocol. Dat protocol heeft tot doel de principes en mogelijkheden tot samenwerking te definiëren, de uitwisseling van informatie te optimaliseren en een kader te creëren waarbinnen actie- en domeingebonden contacten over gemeenschappelijke bevoegdheden kunnen worden gelegd.

In de praktijk regelt het protocol de uitwisseling van informatie en kennis over de nieuwe fraudetechnieken, de overdracht van onderzoeksdossiers tussen administraties en de samenwerking op het domein van de risicoanalyse. Daarnaast beoogt dat protocol ook een intensieve samenwerking in de strijd tegen internetfraude en bij gerichte controles waarvoor een specifieke samenwerking vereist is. Zo moet de AAD&A bv. eerst bij de AABBI advies inwinnen vooraleer ze aan een marktdeelnemer een AEO-certificaat kan afleveren.

Het protocol gaat gepaard met tweejaarlijkse bijeenkomsten tussen beide administraties.

Het functioneringsgesprek: van essentieel belang in de FOD Financiën

Sinds 1 januari 2014 zijn de evaluatiecycli, voordien ontwikkelcirkels genoemd, een feit voor de hele federale overheid en dus ook voor de FOD Financiën.

Een evaluatiecyclus bestaat uit dezelfde vier gesprekken als een ontwikkelcirkel. Maar in tegenstelling tot de ontwikkelcirkels hebben de eindvermeldingen die de medewerker krijgt na afloop van een evaluatiecyclus een invloed op de snelheid van de geldelijke evolutie van zijn loopbaan. De evaluatiecyclus ligt daarmee in de lijn van een continu ontwikkelingsproces waarbij een directe en gestructureerde communicatie tussen de chef en zijn medewerker gestimuleerd wordt. Beiden zijn zo medeverantwoordelijk zijn voor de realisatie van de doelstellingen en het behalen van resultaten.

Bij de FOD Financiën is het zo dat het functioneringsgesprek voor alle medewerkers verplicht is terwijl de reglementering dat niet oplegt (en dat in tegenstelling tot de drie andere gesprekken). Het functioneringsgesprek kan immers nog bijsturen en de doelstellingen herzien als de medewerker en de chef vaststellen dat de vooropgestelde prestaties niet realistisch zijn.

De FOD Financiën stelde een groep van zo’n 40 ‘evaluatiecycli-begeleiders’ samen. Zij beantwoorden binnen de gewestelijke directies vragen van medewerkers en begeleiden die, samen met hun leidinggevenden, bij hun cyclus. Daarnaast vond in 2014 ook een studiedag voor 400 topleidinggevenden plaats rond het thema ‘evalueren om te verbeteren’.

In onderstaande tabel vindt u het percentage van de verschillende gesprekken die tot 15 december 2014 bij de FOD Financiën plaatsvonden:

Functiegesprek 98,4 %
Planningsgesprek 96,7 %
Functioneringsgesprek 92,9 %
Evaluatiegesprek1 21,6 %

1 Uiterste datum voor afsluiten van het evaluatiegesprek voor de evaluatiecyclus 2014 is 28 februari 2015, vandaar het lage percentage

 

Plaats- en tijdonafhankelijk werken zit in de lift

In 2014 nam het zogenaamde TAW (Travailler autrement – Anders werken) een hoge vlucht bij de FOD Financiën. TAW omvat met name telewerk, satellietwerk en een flexibel variabel uurrooster.

In 2014 namen 9.781 medewerkers in totaal 153.897 zogenaamde TAW-dagen (telewerk of satellietwerk). Daarmee is de FOD Financiën koploper bij de federale overheid.

Op vlak van telewerk en satellietwerk kon de FOD Financiën een forse stijging optekenen ten opzichte van 2013.

Jaar Aantal medewerkers FOD Financiën Aantal TAW'ers Aantal TAW-dagen
2013 23.409 5.031 67.563
2014 23.370 9.781 153.897

In 2014 heeft de FOD Financiën ook een nieuw variabel uurrooster ingevoerd. Ambtenaren krijgen nu de keuze tussen een stelsel met tijdregistratie of een stelsel zonder tijdregistratie. Bij dat laatste stelsel wordt enkel gekeken naar de doelstellingen. In december 2014 waren 9.870 medewerkers in het systeem zonder tijdregistratie gestapt.

Archivering van documenten, in samenwerking met het Staatsarchief, levert eerste resultaten op

De verschillende activiteiten van de FOD Financiën genereren een grote hoeveelheid documenten waarvan het juridische belang soms een bewaring op lange termijn rechtvaardigt. Een termijn van soms 30 jaar of meer! In dat kader werd bij het Staatsarchief in 2012 het ‘Project Financiën’ opgestart: drie teams van archivisten pakken er de archieven van de FOD Financiën aan. In de periode 2013-2016 zouden bijna 10 kilometer archieven moeten zijn aangepakt. Eind december 2014 zat men al aan 5 kilometer: archieven die ofwel verwijderd ofwel overgebracht werden naar het Staatsarchief.

Naast het creëren van meer vrije ruimte, zo zou op drie jaar tijd 2.000 à 3.000 m² van de FOD Financiën moeten vrijkomen, heeft ook het personeel van de FOD baat bij dit archiveringsproject: het werk van de archivisten zorgde ervoor dat medewerkers van Financiën andere taken konden opnemen. Een ander belangrijk voordeel is dat duizenden stukken werden hersteld en gevrijwaard van vernietiging.

Centraal aanspreekpunt helpt strijden tegen fraude

Sinds 1 mei 2014 kan de FOD Financiën het Centraal aanspreekpunt (CAP) bij de Nationale Bank van België raadplegen en informatie ontvangen over de identiteit van een belastingplichtige en al zijn/haar binnenlandse rekeningnummers. Dit is mogelijk als er aanwijzingen zijn van fraude.

De invoering van het CAP vergemakkelijkt in belangrijke mate de opdracht van de administratie, die zo gerichte vragen kan stellen aan een belastingplichtige. Wanneer die weigert om mee te werken of een ontoereikend antwoord geeft, kan een gericht bankonderzoek worden ingesteld.

Dit is een belangrijke stap in de strijd tegen de fiscale fraude. Het ontradend karakter van die mogelijkheid mag niet onderschat worden.

De FOD Financiën promoot de interne mobiliteit

De FOD Financiën gelooft in interne mobiliteit en biedt zijn personeel dan ook heel wat kansen.

Als een medewerker een nieuwe uitdaging wil aangaan, krijgt hij via de interne mobiliteit de kans om zijn professionele toekomst te heroriënteren.

Anderzijds geeft die interne mobiliteit de FOD Financiën de mogelijkheid om onder zijn eigen medewerkers op zoek te gaan naar de competentieprofielen die nodig zijn voor de verder ontwikkeling en goede werking van zijn dienstverlening.

Sinds december 2013 publiceert de Stafdienst Personeel en Organisatie alle interne aanbiedingen op zijn intranetsite Jobs@Fin. Sinds juni 2014 kunnen de medewerkers zich ook inschrijven voor een automatische alertmail die hen meldt dat een jobaanbieding die overeenstemt met hun criteria online staat.

Wie dat wil, kan dus solliciteren voor een functie bij zijn eigen of bij een andere entiteit. De medewerker verbindt er zich dan wel toe om zich ten minste 2 jaar voor zijn nieuwe functie te engageren.

In 2014 ontving P&O 675 kandidaturen voor 143 plaatsen. 143 medewerkers veranderden zo via interne mobiliteit van functie binnen de FOD.

Studiedagen voor leidinggevenden van de FOD Financiën

In 2014 organiseerde de FOD Financiën voor zijn 400 topleidinggevenden drie studiedagen rond actuele HR- thema’s. Het doel? Aanbieden van de nodige tools om de dagelijkse leiding van een team te verzekeren en zo de doelstellingen van de organisatie te behalen. De sprekers waren telkens een mooie mix van universitairen, consultants en bekende personen uit de bedrijfswereld en overheidsinstellingen.

Een eerste dag ging over het thema ‘anders werken’, dus over flexibiliteit op de werkvloer via onder meer tele- en satellietwerk. De dag eindigde met een boeiend debat tussen de managers van de FOD Financiën en de vakbondsafgevaardigden.

De tweede dag, ‘evalueren om (zich) te verbeteren’, ging dieper in op de evaluatiecycli: de evaluatietool voor medewerkers van de federale overheid.

En een derde dag stond in het teken van veranderingsmanagement, een logische keuze gezien de reorganisatie die momenteel binnen de FOD Financiën plaatsvindt.

In mei 2014 was er dan ook nog een studiedag rond de uitdagingen waar een modern leadership vandaag voor staat. Deze dag sloot het vijfdaagse opleidingstraject voor leidinggevenden FinGrow af. Meer dan 1.400 medewerkers volgden in de periode 2012-2014 dit traject. 996 van hen woonden het slotevent bij.

De resultaten van de tevredenheidsenquête die in 2014 bij alle medewerkers van de FOD Financiën plaatsvond, tonen aan dat initiatieven op vlak van leadership hun vruchten afwerpen: de vragen over de leidinggevenden kregen over het algemeen een hoger cijfer dan in eenzelfde enquête in 2012.

Enquête over het mobiliteitsbeleid bij de FOD Financiën

België voert regelmatig onderzoek naar de manier waarop werknemers zich verplaatsen. Dit met het oog op een meer verantwoordelijk beleid rond mobiliteit.

Net zoals andere openbare diensten en ondernemingen, moet ook de FOD Financiën om de drie jaar een aantal enquêtes invullen:

  • het ‘Bedrijfsvervoerplan’ (BVP) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: deze enquête geldt voor alle gebouwen in Brussel waar minimum 100 personen tewerkgesteld zijn
  • de ‘Diagnostiek woon-werkverkeer’ van de FOD Mobiliteit en Vervoer: deze enquête geldt voor alle gebouwen over gans België, met minstens 30 werknemers (http://www.leefmilieu.brussels/staat-van-het-leefmilieu/synthese-2011-20...)

De FOD Financiën bezorgde de enquêtes aan zijn medewerkers en zal op basis van de resultaten zijn actieplannen ter zake herzien.

De volgende jaren zullen alvast nog veel inspanningen moeten worden geleverd om de medewerkers te sensibiliseren over de mobiliteitsproblematiek.

De North Galaxy, de centrale zetel van de FOD Financiën in Brussel, ontving het kwaliteitslabel ‘Ecodynamische onderneming’

Alle organisaties die in de hoofdstad zijn gevestigd en die inspanningen leveren op het vlak van milieubeheer ontvangen van het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) als beloning het kwaliteitslabel van ‘Ecodynamische onderneming’. Vooraleer ondernemingen dit kwaliteitslabel ontvangen, worden zij op diverse punten beoordeeld. Er wordt onder andere nagegaan hoe deze ondernemingen werken aan een verantwoorde mobiliteit van de werknemers, het rationeel gebruik van energie, de sensibilisering van het personeel, het afvalbeheer …

In oktober 2014 heeft de FOD Financiën aan het BIM het finale dossier bezorgd om het kwaliteitslabel te ontvangen voor de geleverde inspanningen rond milieubeheer voor de centrale zetel van de FOD Financiën (het North Galaxy-gebouw). Het dossier werd aanvaard en het kwaliteitslabel, dat drie jaar geldig is, werd in maart 2015 uitgereikt.

Dit label is slechts een eerste stap in de richting van de volgende doelstelling: het Europees systeem voor milieubeheer EMAS (Eco-Management and Audit Scheme) 2015 integreren, het begin van een gigantisch werk voor de FOD dat van start gaat in de centrale zetel en vervolgens naar 50% van de gebouwen met meer dan 100 medewerkers zal worden uitgebreid.

Hulp bij het invullen van de aangifte blijft behouden

Zoals elk jaar heeft de FOD Financiën er ook in 2014 voor gezorgd dat burgers gebruik konden maken van verschillende hulpmiddelen om hun aangifte in de personenbelasting (PB) in te vullen. Ondanks de daling van het aantal medewerkers wil de FOD Financiën een optimale dienstverlening blijven bieden aan burgers die hulp nodig hebben bij hun aangifte.

Om de opvang in de lokale kantoren in de best mogelijke omstandigheden te laten gebeuren, heeft de FOD Financiën zijn openingsuren uitgebreid. Zo zijn de belastingkantoren tijdens de maand juni open van 9.00 tot 15.00 uur (in plaats van 9.00 tot 12.00 uur).

Tussen begin mei en eind juni 2014 werden in 543 lokalen die gemeenten ter beschikking stelden 1.246 zitdagen georganiseerd. Ook in 19 winkelcentra stond de FOD Financiën paraat en hielp er de burgers gedurende 29 dagen.

Dankzij deze uitgebreide dienstverlening hebben 832.856 burgers hun aangifte door een medewerker van de FOD Financiën kunnen laten invullen, en dat vóór de uiterste indieningsdatum van 27 juni 2014.

De FOD Financiën blijft investeren in een doordachte aanpak van zijn drukwerk

Op het vlak van de belastingaangiften

Een van de doelstellingen van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (AAFisc) is het zoveel mogelijk beperken van nodeloos afgedrukte documenten, met name de belastingaangiften.

Voor de aangifte in de personenbelasting (PB) heeft AAFisc immers het aantal voorstellen van vereenvoudigde aangifte (4 blz.) verhoogd; die vervangen de traditionele papieren aangiften (60 blz.). Zo is, ten opzicht van 2013, het aantal traditionele gedrukte PB-aangiften in 2014 verminderd van 3.575.300 naar 3.047.297.

Daarnaast zijn, door de verplichte elektronische indiening van de aangifte in de vennootschapsbelasting (VenB) via Biztax, in 2014 nog maar 33.900 vennootschapsbelastingaangiften gedrukt tegenover 521.790 in 2013. Dat beperkte aantal nog gedrukte aangiften is bestemd voor uitzonderlijke aanvragen van ondernemingen of mandatarissen die niet beschikken over de nodige informaticatools om de aangifte elektronisch in te dienen.

Ten slotte zijn in 2014 405.788 aanslagbiljetten alleen nog in elektronische vorm (via Zoomit) verstuurd, en dat op vraag van de betrokken belastingplichtigen.

Op het vlak van de brieven over terugbetalingen

De mogelijkheid om documenten gecentraliseerd te printen en te verzenden (‘print and post’) werd vanaf november 2014 ingebouwd in de toepassing ’Terugbetalingsassistent’ van de Algemene Administratie van de Inning en Invordering (AAII). Het gaat hier om brieven die verband houden met de terugbetalingen op het vlak van directe belastingen en btw.

‘Print and post’ zorgt er voor dat FedoPress, de drukkerij van de FOD Financiën,die brieven onmiddellijk kan drukken en versturen.

Deze aanpassing verhoogt de efficiëntie en de druk- en verzendingskosten vermindert aanzienlijk.

In 2015 zullen ook andere toepassingen gebruik maken van ‘print and post’.

Eén enkele toegang tot eGov-toepassingen

In 2014 werd CSAM de nieuwe toegangspoort tot de onlinediensten van de overheid. Concreet betekent dit dat gebruikers van die diensten nu maar één enkele procedure voor hun identificatie, authenticatie, autorisatie en toegangsbeheer moeten volgen.     

Vroeger had elke openbare dienst een eigen systeem om de toegang tot zijn toepassingen te organiseren. Door een verscheidenheid aan procedures, gebruikersnamen en paswoorden had dat voor de gebruiker vooral tijdverspilling tot gevolg.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Fedict, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de FOD Financiën, de FOD Economie en de FOD Binnenlandse Zaken zetten daarom een samenwerkingskader op poten met als doel een gemeenschappelijk ‘ Identity & Access Management ‘. Dat initiatief resulteerde in de oprichting van CSAM.

Naast het gebruiksgemak biedt de toegangspoort tot de eGov-diensten ook de beste garanties op vlak van beveiliging en bescherming van de persoonsgegevens.

Voor ondernemers is bijvoorbeeld de procedure voor het aanstellen van toegangsbeheerders in Tax-on-web en Intervat identiek aan die van de Sociale Zekerheid. Idem voor burgers: zij krijgen op dezelfde manier toegang tot Tax-on-web als tot bv. Police-on-web.         

Meer internationale uitwisseling van inlichtingen draagt bij aan strijd tegen fiscale fraude

Voor de inkomstenbelasting neemt de uitwisseling van inlichtingen tussen België en het buitenland elk jaar verder toe. In 2014 was er een opmerkelijke toename om de volgende redenen:

  • België kan sinds 1 juli 2011 antwoorden op bankonderzoeken
  • over de hele wereld hebben de fiscale administraties nood aan inlichtingenuitwisseling
  • internationale organisaties worden  aangemoedigd om bij voorkeur de internationale inlichtingenuitwisseling te gebruiken in de strijd tegen de fiscale fraude

De laatste jaren tonen aan dat de inlichtingenuitwisseling effectief bijdraagt aan de strijd tegen de fiscale fraude. Een indirecte maar positieve bijwerking: steeds meer belastingplichtigen geven hun buitenlandse inkomsten spontaan aan.

In de praktijk wordt deze inlichtingenuitwisseling bij de FOD Financiën beheerd en uitgevoerd via het programma STIR-int. Daarin worden nieuwe modules ontwikkeld om:

  • de internationale administratieve samenwerking voor inkomstenbelastingen en btw of voor invordering te verbeteren en versterken
  • tegemoet te komen aan de internationale verplichtingen

In 2014 heeft de FOD Financiën gewerkt aan de analyse en de ontwikkeling van twee nieuwe toepassingen in het STIR-int programma:

  • de toepassing Auto_DT1 waarmee België kan voldoen aan zijn verplichting om aan andere lidstaten inlichtingen voor het aanslagjaar 2014 te versturen over:
    • lonen van werknemers
    • lonen van bedrijfsleiders
    • levensverzekeringsproducten2
    • pensioenen
    • eigendommen en inkomsten van onroerende goederen

      ​Deze toepassing behandelt ook de inlichtingen die de FOD Financiën van de lidstaten over die inkomstencategorieën zal ontvangen.

  • de toepassing FATCA3 waarmee jaarlijks op een systematische en wederzijdse manier financiële gegevens kunnen uitgewisseld worden tussen België en de VS. De eerste inlichtingen worden uitgewisseld in de loop van 2015.

1 Ontwikkeld in het kader van artikel 8 (automatische gegevensuitwisseling) van de Europese richtlijn 2011/16/UE.

2 Levensverzekeringsproducten waarvoor inlichtingen niet via andere juridische instrumenten voor gegevensuitwisseling in de Europese Gemeenschap of via andere gelijkaardige maatregelen uitgewisseld worden.

3 Uitwisseling van inlichtingen in het kader van het intergouvernementeel akkoord van 23.04.2014, afgesloten tussen België en de VS.

Meer dan 2 miljoen burgers ontvangen een voorstel van vereenvoudigde aangifte

Om zoveel mogelijk belastingplichtigen te helpen om hun fiscale verplichtingen te vervullen, zoekt de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (AAFisc) voortdurend naar mogelijkheden om zoveel mogelijk voorstellen van vereenvoudigde aangifte (VVA) te versturen in plaats van de aangifte in de personenbelasting (PB).

Elke belastingplichtige die een VVA krijgt, moet dus niet langer een PB-aangifte invullen. Maar het is natuurlijk belangrijk dat die belastingplichtige akkoord gaat met de gegevens die in zijn VVA zijn opgenomen. De verhoging van het aantal VVA’s kan dus alleen gebeuren met categorieën van belastingplichtigen waarvan de fiscale situatie van jaar op jaar stabiel is.

In 2014 is een nieuwe categorie van belastingplichtigen in het systeem geïntegreerd: loontrekkenden wiens inkomen in 2013, na aftrek van de forfaitaire kosten, niet meer bedroeg dan het belastingvrije deel van het inkomen, krijgen nu ook een VVA.

Ten opzichte van 2013 verstuurde AAFisc in 2014 541.427 meer VVA’s. In totaal werden er 2.017.216  verstuurd, wat neerkomt op ongeveer 30 % van alle PB-aangiften. Van die twee miljoen VVA’s  heeft maar 7,19 % zijn aangifte verbeterd.

De FOD Financiën moderniseert zijn ICT via een verbeteringsprogramma

Sinds meer dan tien jaar legt de FOD Financiën zich toe op een volledige modernisering van zijn ICT. Om er zich van te vergewissen dat de FOD Financiën klaar was om te beantwoorden aan de uitdagingen van de toekomst, werd in 2013 de opdracht gegeven voor een audit. Deze audit heeft aangetoond dat het potentieel van ICT nog niet al zijn ambities had waargemaakt.

Sinds 2014 werkt de FOD Financiën bijgevolg aan de realisatie van een transformatieprogramma dat zal lopen over de volgende vijf jaar. Dit programma baseert zich op 21 verbeteringstrajecten die zijn verdeeld over vijf grote blokken:

  • Project- en portfoliobeheer
  • efficiëntie van de ICT-processen, zoals o.a. de Servicedesk beter laten functioneren en incidenten beter beheren
  • ICT-dienstverlening
  • Architectuur
  • Strategie en governance

Van bepaalde verbeteringstrajecten verwacht men reeds resultaten in de loop van 2015. Van andere trajecten zullen de resultaten pas duidelijk worden op langere termijn.

De FOD Financiën neemt deel aan de MOVE Week

Van 29 september tot 5 oktober 2014 nam de FOD Financiën voor de eerste keer deel aan de MOVE Week, een campagne gefinancierd door de Europese Unie die hiermee het belang van regelmatige lichaamsbeweging en sportieve activiteiten wil promoten. De FOD Financiën is de eerste Belgische instelling die hieraan deelneemt.

Over heel België vonden activiteiten plaats met als doel de medewerkers meer te laten bewegen.

Zo gingen 540 deelnemers, gewapend met een stappenteller, met elkaar de strijd aan om in het kader van de wedstrijd ‘GO for 250.000 steps’ het meest aantal stappen in één week af te leggen.

De actie ‘Let’s get cycling’ bracht dan weer 500 mensen op de been die elke dag met de fiets naar het werk reden. In tien steden kregen zij met een gezond ontbijt een warme ontvangst en dat in het bijzijn van enkele grote namen uit de wielerwereld zoals Tom Boonen, Jens Debusschere, Jürgen Roelandts en vele anderen.

In Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven, Luik, Bergen en Namen werden tijdens de ‘Follow the Guide’- actie ’s middags begeleide wandelingen van 3 tot 5 km georganiseerd. Die activiteit bracht meer dan 400 wandelaars samen in een stad die ze elke dag doorkruisen, maar nu vanuit een heel ander oogpunt hebben leren kennen.

Carpooling: einde van de samenwerking tussen de FOD Financiën en CarpoolPlaza

Het werd al aangekondigd in het jaarverslag 2013: het aantal geregistreerde Financienbezoekers op Carpool.be (vroeger CarpoolPlaza) was met amper 89 medewerkers bijzonder laag. De situatie werd er in 2014 helaas niet beter op en bijgevolg werd de samenwerking tussen Financiën en CarpoolPlaza na een proefperiode van twee jaar stopgezet.

Het initiatief, dat gedurende het laatste jaar door het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) werd ondersteund, was nochtans veelbelovend gestart. 10.000 medewerkers van de FOD Financiën nemen dagelijks de wagen om naar het werk te gaan. Maar toch kwam in november 2014 een einde aan het carpoolproject: de verdere ontwikkeling van het telewerk en het werken in satellietkantoren, een goed uitgebouwd openbaar vervoer in de omgeving van de grootste gebouwen en de bestaande carpooling onder vrienden en familie droegen daar zeker toe bij. Maar al die redenen hebben een gunstig effect op het milieu en dat is tenslotte het belangrijkste.

De FOD Financiën blijft zijn werkprocessen herzien op basis van de Lean-methodologie

De functionering van de FOD Financiën is beschreven in werkprocessen. Momenteel herbekijkt de FOD al die processen op basis van de Lean-methodologie.

Deze methodologie, geïnspireerd op het productiesysteem van Toyota, is gericht op het verbeteren van de werkprocessen van een organisatie door aandacht te besteden aan de waardecreatie voor de gebruikers en aan het zo veel mogelijk verminderen van verspillingen.

In 2014 nam de FOD Financiën voor het tweede opeenvolgende jaar deel aan de Lean Academy, georganiseerd door het Opleidingingsinstituut van de Federale Overheid en opgestart door de FOD Mobiliteit en Vervoer.  Het doel is om federale ambtenaren op te leiden in de rol van interne leanconsultant binnen hun eigen organisatie.

Het opleidingstraject is gebaseerd op concrete verbetervoorstellen.  Naar aanleiding van de oproep aan de kandidaten werden vier projecten uitgekozen: twee hebben te maken met processen over begroting en beheerscontrole, een over het shiftsysteem bij de douane en een vierde hangt samen met een procedure uit de fiscaliteit.

Automatisering van het nationaal pandregister: de overheidsopdracht werd uitgeschreven

Het bestek om het nationaal pandregister te automatiseren werd in 2014 opgesteld en bekendgemaakt. De toepassing beantwoordt aan de wijziging van het Belgische pandrecht inzake zakelijke zekerheden op roerende goederen en moet eind 2015 ter beschikking worden gesteld.

Na authenticatie kan de pandhouder (bijvoorbeeld de bank) niet alleen het register raadplegen en er een pand in registreren, maar ook een inschrijving wijzigen, vernieuwen en schrappen. Het nationaal pandregister  wordt beheerd door de Dienst van de Hypotheken van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

Zoals een hypotheek op een onroerend goed is het pand op roerende goederen (handelsfonds, effecten …) voor de schuldeiser een waarborg dat hij zijn geld kan terugkrijgen als de schuldenaar zijn schulden niet zou betalen.

De Administratie IEFA heronderhandelde het Akkoord van de vertegenwoordiging van de landen van de kiesgroep binnen de Wereldbankgroep die mede wordt geleid door België

In de loop van 2014 heeft de Administratie  Internationale en Europese Financiële Aangelegenheden (IEFA) de onderhandelingen over een nieuw rotatieakkoord voor de posten binnen de Wereldbankkiesgroep, waarvan België de leiding heeft, voortgezet en afgerond.

Voorheen verdeelden België en Oostenrijk de post van bestuurder op gelijke wijze onder elkaar. Vanaf nu en voor de volgende tien jaar delen België, Turkije en Oostenrijk deze functie volgens de volgende verdeelsleutel: 4-4-2. Deze nieuwe verdeling ten koste van België en Oostenrijk vloeit voort uit een herschikking van het aandeelhouderschap, beslist in 2010, die de bedoeling had de opkomende landen, waaronder Turkije, meer vertegenwoordiging te bieden.

Het nieuwe akkoord heeft het ook mogelijk gemaakt de banden tussen België en de negen andere landen van de kiesgroep (Oostenrijk, Wit-Rusland, Hongarije, Kosovo, Groot-Hertogdom Luxemburg, Slovakije, Tsjechië, Slovenië en Turkije) te versterken.

Deze kiesgroep beschikt over een aanzienlijk aantal aandelen van de Wereldbank, die recht geven op een stemrecht van 5,17%. Hiermee is ze de belangrijkste kiesgroep na de Verenigde Staten (15,05%), Japan (8,14%) en China (5,26%).

Veranderingsprojecten van de Deposito- en Consignatiekas om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen

De Algemene Administratie van de Thesaurie (AAThes) heeft vier grote projecten voortgezet om te beantwoorden aan de wettelijke verplichtingen die aan de Deposito- en Consignatiekas (DCK) worden opgelegd. 
 
 

Project 1: toepassing ‘Pandora’

Sinds 2008 is de Deposito- en Consignatiekas verantwoordelijk voor de ontvangst, het beheer en de teruggave van de slapende tegoeden. Op 31 december 2014 worden enkel rekeningen en verzekeringsovereenkomsten overgemaakt. De start van de transfer van de inhoud van slapende kluizen is voorzien in januari 2016.

Naar aanleiding van deze evolutie en van een aantal andere (nieuwe) wettelijke verplichtingen, moeten er verschillende maatregelen getroffen worden, vooral voor de uitbreiding van de functionaliteiten van de toepassing ‘Pandora’, die de DCK toelaat haar taken uit te voeren. Bepaalde maatregelen zijn reeds gestart in 2014 en worden vervolgd. Onder andere de volgende maatregel: de voorbereiding van de opslag van de inhoud van de slapende kluizen in een beveiligde ruimte bij de Koninklijke Munt.

Project 2: faillissementen

Het project rond faillissementen, dat zal worden afgesloten in 2015, voorziet de mogelijkheid om de dienstverlening uit te breiden voor de externe partijen die betrokken zijn bij de informatie-uitwisselingen over faillissementsfondsen die bij de DCK worden in bewaring gegeven. De neerlegging van fondsen uit faillissement is een wettelijke verplichting die niet altijd wordt gerespecteerd door alle partijen die bij een faillissement betrokken zijn. Door een kwaliteitsprogramma te verschaffen dat de toepassing van dit wettelijk monopolie mogelijk maakt, zal de DCK haar positie kunnen versterken en de betrokken partijen ertoe kunnen aanzetten de fondsen uit faillissementen bij haar te deponeren.

Project 3: solidaire borgstellingen

In 2014 hebben de projectbeheerders de toepassing voor dossiers van borgstelling verbeterd, op basis van ervaringen van interne gebruikers.

Project 4: dematerialisatie

Ingevolge de wet van 14 december 2005 moet de DCK vanaf 1 januari 2015 kunnen:

  • fondsen beheren voortkomend uit de verkoop van effecten waarvan de eigenaar zich niet heeft gemeld
  • de niet-verkochte effecten beheren welke haar overgemaakt zijn onder de vorm van een inschrijving op naam
  • deze fondsen of effecten overdragen aan de begunstigde die zich aanbiedt

In 2014 is een algemene offerteaanvraag gepubliceerd om een externe firma te kiezen die zou zorgen voor de ontwikkeling, het testen en het in productie brengen van een computertoepassing die de DCK in staat stelt haar opdrachten te vervullen. Het contract werd toegewezen op 3 november 2014. De ontwikkeling is gestart, voor een inproductiestelling voorzien in 2015.

 

Het Resolutiefonds evolueert binnen een Europees kader

Het Resolutiefonds is opgericht bij de wet van 28 december 2011 binnen de Deposito- en Consignatiekas. Hoewel het Bijzonder Beschermingsfonds ex post optreedt door de klanten van een in gebreke zijnde financiële instelling te vergoeden, is het Resolutiefonds ex ante actief. Het komt tussen vooraleer de financiële instelling in gebreke wordt gesteld, met als doel een ingebrekestelling te vermijden door bijvoorbeeld de bedreigde instelling nieuw kapitaal te bezorgen.

Zoals elk jaar haalde het Resolutiefonds ook in 2014 een bijdrage op bij iedere financiële instelling, om het in staat te stellen zijn opdrachten uit te voeren.

Op 31 december 2014 bedroeg het geboekte bedrag 134.973.724 euro. Deze bijdrage is een percentage van de omloop, op 31 december 2013, van het totaal van het passief, verminderd met het bedrag van de deposito’s die in aanmerking komen voor terugbetaling door het Bijzonder Beschermingsfonds, en van het bedrag van het eigen vermogen in strikte zin.

De optie om dit fonds om te vormen tot organiek begrotingsfonds is weerhouden. Deze omvorming zal gebeuren na omzetting in Belgisch recht (voorzien voor 3 juli 2015) van de Richtlijn 2014/49/EU van het Europees parlement en van de Raad van 16 april 2014, met betrekking tot de garantiesystemen voor deposito’s.

Er moet worden benadrukt dat een uniek resolutiefonds stapsgewijs tot stand zal worden gebracht op Europees niveau.

Het Bijzonder Beschermingsfonds ontwikkelt zich binnen een Europees kader

Het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s, levensverzekeringen en kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen (BBF) is een bijzonder instrument voor financiële zekerheid dat cliënten (spaarders, beleggers en sommige verzekerden) in laatste instantie waarborgen biedt voor verliezen die zij zouden lijden door het in gebreke blijven van een financiële instelling. Het waarborgt namelijk de terugbetaling van de tegoeden voor een bedrag van maximaal 100.000 euro per persoon en per instelling.

In 2014 bedroegen de bijdragen die door de betrokken financiële instellingen aan het Fonds werden overgemaakt 437.995.549 euro.

Er werd een informaticatoepassing ontwikkeld om te kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten bij het toepassen van het garantiestelsel. In 2014 werd gewerkt aan een tweede versie van de applicatie opdat deze in het tweede kwartaal van 2015 klaar zou zijn.

De applicatie zal in de toekomst bovendien verder uitgebreid worden. Deze uitbreiding omvat bijvoorbeeld de mogelijkheid voor het BBF om op te treden in geval van het in gebreke blijven van een coöperatieve vennootschap. Ook worden rapporten en statistieken voorzien en worden controles en een aantal functionaliteiten toegevoegd om een efficiënte dossierbehandeling te verzekeren.

Deze maatregelen zijn absoluut noodzakelijk aangezien de Europese wetgeving betreffende het depositogarantiestelsel blijft evolueren. Zo heeft de Europese Richtlijn 2014/49/EU bijvoorbeeld bepaald dat de termijn waarbinnen de betaling dient te gebeuren geleidelijk aan moet ingekort worden. Zo moet deze termijn tegen 2024 teruggebracht worden van 20 werkdagen tot 7 werkdagen.

De Coördinatiestructuur voor Patrimoniuminformatie organiseert de uitwisseling van patrimoniumgegevens tussen de gewesten en de federale staat en tussen de gewesten onderling.

De drie gewesten en de federale staat (vertegenwoordigd door twee medewerkers van de AAPD) hebben op 18 april 2014 een samenwerkingsakkoord ondertekend voor de oprichting van de Coördinatiestructuur voor Patrimoniuminformatie (CSPI). De CSPI is gericht op het organiseren van de gecoördineerde en geïntegreerde uitwisseling van patrimoniuminformatie tussen de vier partijen en ook om te beantwoorden aan de noodzaak om het publieke gewestelijk maar ook Europese beleid te ontwikkelen. De uitwisseling heeft onder andere betrekking op de gegevens maar ook op de methodologie, processen en good practices.

De CSPI heeft als voornaamste opdracht om de vragen voor toegang tot de patrimoniuminformatie te behandelen en op te volgen1, alsook het gebruik en het hergebruik ervan. Hij staat ook in voor de controle, de audit en de traceerbaarheid van de uitgewisselde informatie met naleving van de vereiste kwaliteitsstandaarden evenals voor de bijwerking en de verspreiding ervan.

Op 31 december 2014 werden de prioritaire behoeften duidelijk geïdentificeerd en werden de noodzakelijke doelstellingen voor de eerste uitwisselingen vastgelegd op basis van ondersteunende processen (privacy, wetgeving, IT, audit).

 

1Zijnde het geheel van de geografische of kadastrale en persoonlijke informatie en zowel de juridische als de feitelijke informatie.

De onlineverkopen van Fin Shop Brussels winnen aan belang

Fin Shop Brussels sorteert, verkoopt, recycleert, vernietigt of geeft een nieuwe bestemming aan de roerende goederen die het ontvangt van de openbare instellingen uit Brussel, Waals-Brabant en Vlaams-Brabant.

Om nieuwe klanten te bereiken, biedt Fin Shop Brussels sinds eind 2013, naast de gebruikelijke verkoopkanalen zoals verkoop in de winkel, openbare verkopen en onderhandse verkopen, eveneens de mogelijkheid om via de website online aan te kopen.  Na een bescheiden start (de 35 goederen die te koop werden aangeboden, brachten slechts 2.200 euro op in 2013), heeft de onlineverkoop zich in 2014 ondanks een paar technische problemen verder uitgebreid. Van de 251 partijen die te koop werden aangeboden, werden er 204 verkocht voor een totaalbedrag van bijna 12.000 euro. Dit bedrag vertegenwoordigt echter slechts een minuscuul deel (0,50 %) van het jaarlijkse omzetcijfer, dat 2.430.000 euro bedraagt (naast de verkoop van houtkappingen waarin Fin Shop een louter boekhoudkundige rol speelt).

Het is de bedoeling dat de verkoop via het internet nog toeneemt om in 2015 de doelstelling te behalen van 2 % van het jaarlijkse omzetcijfer. Om die reden heeft Fin Shop op een bekende opbodsite ook een virtuele winkel geopend1.

 

1 http://stores.benl.ebay.be/FINSHOP-BRUSSELS

De AAD&A heeft verscheidene samenwerkingsakkoorden ondertekend die het werk van de douane veranderen of verbeteren

De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) heeft vier grote samenwerkingsakkoorden ondertekend.

  • Naar aanleiding van het kaderakkoord van 18 september 2012 tussen de douane en de politie, werd een gemeenschappelijke nota opgesteld om een dubbele investering te vermijden en om het rendement van de  automatische nummerplaatscanners te optimaliseren.Zo verstrekt de politie informatie aan de gegevensbank van de  ‘ANPR’ scanners.  Bij een test van de douane op 2 december 2014 kwamen de volgende resultaten uit de bus: 3.419 voertuigen werden in enkele uren gescand ener werden verscheidene processen-verbaal verstuurd, die een bedrag van meer dan 11.000 euro aan vaststellingen vertegenwoordigen.
  • De AAD&A heeft op 24 juni 2014 met de politie een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor de hondenbrigades. Dit akkoord  heeft betrekking op de materiële middelen, het africhten van de honden en de deelname aan acties en operaties.
  • De AAD&A en de AAII(Algemene Administratie van de Inning en de Invordering  hebben op 5 mei 2014 een nieuw  protocol ondertekend om de samenwerking tussen die twee administraties te verbeteren, vooral voor invordering waar er samenwerkingsvoordelen bestaan (bv. vaststelling van penale boeten op de openbare weg).
  • De AAD&A en de AABBI (Algemene Administratie van de Bijzondere belastinginspectie) hebben op 19 december 2014 een nieuw  protocol ondertekend om de samenwerking tussen die twee administraties te verbeteren.

De stichting NANAC zet de strijd tegen namaak en piraterij voort

De stichting NANAC (Neen Aan Namaak en Piraterij), opgericht in 2010 door de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen en de Internationale Kamer van Koophandel in België (IKK), verenigt gericht de actoren van de overheidssector en de privésector voor een meer doeltreffende bestrijding van namaak en piraterij.

Op 17 november 2014 werd de stichting zwaar getroffen door het overlijden van haar voorzitter en medeoprichter, Tony Baron Vandeputte. Als eerbetoon aan hem zetten alle partners samen met Noël Colpin, vice-voorzitter en medestichter, de opdracht van NANAC voort.

Naast een regelmatige informatie-uitwisseling, werd op 29 april 2014 een studiedag met een debat georganiseerd over de wijzigingen van de douanewetgeving met betrekking tot doorvoergoederen (Europese verordening 608/2013).

De stichting heeft aan tal van projecten gewerkt, waaronder een charter, de herziening van de website, informatiebrochures en een ruimere sensibiliseringscampagne.

De stichting ontmoet ook geregeld vertegenwoordigers van de overheden en van de ondernemingen om hen te sensibiliseren en om nieuwe samenwerkingsakkoorden tot stand te brengen.

De wet van 12 mei 2014 (BS van 20 juni 2014) wijzigt de algemene wet inzake douane en accijnzen en introduceert de begrippen‘douanevertegenwoordiger’ en ‘administratieve sancties’

De ‘douanevertegenwoordiger’1, die door de  Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen, tot nu toe ‘douane-expediteur’ wordt genoemd, kan sinds het verschijnen van deze wet optreden als directe vertegenwoordiger. Namelijk in naam en voor rekening van de opdrachtgever.
Voor de publicatie van deze wet kon een douanevertegenwoordiger enkel optreden als indirecte vertegenwoordiger, dat wil zeggen in eigen naam en voor rekening van een opdrachtgever. Het voordeel van de rechtstreekse vertegenwoordiging is dat er geen enkele hoofdelijke aansprakelijkheid meer bestaat in hoofde van de douane-expediteur voor de eventuele douaneschulden van zijn klant.

De ‘administratieve sancties’ maken het mogelijk voor de douane om sancties op te leggen aan  marktdeelnemers met een vergunning in het kader van het stelsel van de douane of accijnzen indien deze de voorschriften opgelegd door deze stelsels niet naleven. Deze straffen omvatten de intrekking of de schorsing van de vergunning.

 

1 Natuurlijke of rechtspersoon die beroepsmatig optreedt  bij de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen en waarvan de rol erin bestaat om fiscale of douaneformaliteiten te vervullen voor een ander.

De douane heeft een samenwerkingsakkoord met Gabon ondertekend

De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) heeft verscheidene initiatieven genomen in het kader van het samenwerkingspolitiek van de Douanesamenwerkingsraad, waarvan ze sedert 1981 deel uitmaakt.

Tot die initiatieven behoren:

  • Het onthaal van 23 stagiairs uit zes Afrikaanse landen. Zij hebben hier cursussen gevolgd over de douanetarieven, invoerrechten, goederenverificatie, oorsprong en douaneregelingen. De stagiairs hebben ook les gekregen over boekhouding en management.
  • De ondertekening van een akkoord met betrekking tot de opleiding en bijscholing van de Gabonese douaneambtenarenop 9 april 2014. Dat akkoord heeft betrekking op verscheidene activiteitensectoren inzake douane, waaronder communicatie. Het akkoord werd ondertekend door Michel Ondinga Ngouengoue, directeur-generaal van de Douane en Indirecte Belastingen van Gabon, en Noël Colpin, administrateur-generaal van de Belgische Douane en Accijnzen.

Voortzetting van het project First, het systeem van de geïntegreerde verwerking van fiscale en niet-fiscale schulden

Tijdens het jaar 2014  heeft de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering (AAII) de realisatie voortgezet van het 'Federal Integrated Recovery System and Tax Refund’ (First). Dit systeem heeft als doel om binnen de fiscale balans alle gegevens van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van een belastingschuldige  te verzamelen.

In 2014 was het de bedoeling om de bestaande modules  (penale boeten, beslagen en overdrachten, roerende voorheffing, invordering en comptabiliteit) te verbeteren op het vlak van performance en gebruik:

  • upgrade van de toepassing om de ICT-standaarden van de FOD Financiën te respecteren
  • correctie van de verschillende bugs in de vijf in productie gestelde First-modules
  • realisatie van correctieve onderhoudswerken

Voor 2015 voorziet het project First verbeteringen die de toepassing meer performant en robuuster moeten maken waardoor het volume van de behandelde dossiers kan worden verhoogd.

De AAII heeft de dienst Debt Relationship Management opgericht om belastingen te innen via telefoon

In 2014 werd alles in gereedheid gebracht opdat de dienst Debt Relationship Management (DRM) van start zou kunnen gaan op 1 januari 2015. Deze dienst van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering (AAII) neemt telefonisch contact op met belastingplichtigen die een betaalachterstand hebben voor bedrijfsvoorheffing en btw. De belastingplichtigen worden geselecteerd dankzij het dataminingmodel ‘Iris’, dat speciaal hiervoor werd ontwikkeld.

De datacreatie van het dataminingmodel ‘Iris’ werd georganiseerd tussen november 2013 en mei 2014. Alle ontvangkantoren (bedrijfsvoorheffing en btw) werden hiervoor ingeschakeld. Ze belden tijdens deze periode naar schuldenaars voor er kosten werden gemaakt en echte vervolgingsacties werden ondernomen. De resultaten tijdens deze datacreatie waren verbluffend. Voor btw betekende dit een winst van 6% en voor bedrijfsvoorheffing ligt dit cijfer maar liefst rond de 27%. Deze goede resultaten werden behaald op basis van oproepen naar een aselecte steekproef van schuldenaars, zonder profielselectie.

Het dataminingmodel ‘Iris’ staat toe, op basis van verschillende gegevens, om de profielen te identificeren die bereid zijn hun BV- en btw schulden te betalen na telefonisch contact. De dienst DRM belt natuurlijk enkel naar deze belastingplichtigen die, volgens het model, zullen betalen.

Een frisse wind waait door het Nationaal Forum

Op 8 mei 2014 hebben een 90-tal leden deelgenomen aan het jaarlijks strategisch comité van het Nationaal Forum. Dit is een consultatie- en overlegplatform met vertegenwoordigers van zowel de private sector als de Belgische douane.

Het betekende voor Jan Van Heukelom, na een succesvolle periode van vijf jaar, een afscheid als co-voorzitter van het Forum. Abram Opdebeeck heeft de fakkel overgenomen en heeft meteen zijn visie meegegeven voor de toekomst:

  • een betere voorbereiding en opvolging van de beslissingen van de stuurgroep
  • een beter projectmanagement
  • een betere interne en externe communicatie over de verwezenlijkingen, timing en voorspelbaarheid van de verschillende projecten

Ook toenmalig minister van Financiën, Koen Geens, was aanwezig op het Forum. Tijdens zijn speech heeft hij de voordelen van de dialoog tussen de handel en de administratie benadrukt en heeft hij de deelnemers opgeroepen om te blijven nadenken en voorstellen te blijven formuleren ter verbetering van het douane-optreden.

België heeft de voorraad in beslag genomen ivoor vernietigd als signaal tegen de illegale ivoorhandel

Elke 15 minuten doden stropers een olifant om zijn slagtanden. Daarom heeft België in navolging van China, de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië deelgenomen aan een internationaal initiatief waarbij illegale ivoorvoorraden werden vernietigd.

Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren was op 9 april 2014 het toneel voor de grootste ivoorvernietiging in Europa, waarbij ongeveer 1.500 kg ivoor werd vernietigd. De verschillende betrokken partijen (FOD Financiën, federale politie, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en International Fund for Animal Welfare) wensten met deze actie een sterke boodschap uit te dragen: ivoor uit illegale handel en stroperij wordt niet geregulariseerd en niet op de markt gebracht.

Enerzijds was de keuze om het event te laten plaatsvinden in het Museum voor Midden-Afrika van Tervuren niet toevallig. België wou zich solidair tonen met landen waar de strijd tegen illegale ivoorhandel en het stropen van olifanten een dagelijks gevecht is. Anderzijds was ook de datum van de vernietiging een bewuste keuze. Enkele dagen later vond immers een Europees colloquium plaats over de bescherming van wilde fauna en flora en de strijd tegen de smokkel ervan.

Accijnsdiensten werken aan modernere fiscale kentekens

Op het vlak van accijnzen heeft de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen (AAD&A) een grote multidisciplinaire studie opgestart om de fiscale kentekens voor tabaksfabricaten te moderniseren.

De AAD&A wil:

  • de veiligheidskenmerken vermeld op het fiscaal kenteken verhogen
  • het aantal formaten en kleuren van het kenteken beperken
  • het drukprocedé moderniseren en bijgevolg flexibeler maken
  • anticiperen op en faciliteren van het in voege treden van de zogenaamde tabaksproductenrichtlijn van de Europese Commissie.

Het behoud van het fiscaal kenteken is belangrijk aangezien dit kenteken een steeds grotere rol zal spelen in de strijd tegen de illegale handel in tabaksfabricaten. 

Sinds februari 2014 kunnen de Europese lidstaten onderling elektronisch informatie uitwisselen (via de EMCS-applicatie) over het verkeer van accijnsgoederen waarop de accijnzen reeds in een lidstaat werden betaald. EMCS is een systeem waarbij het papieren administratief geleidedocument (AGD) wordt vervangen door een elektronisch administratief document (e-AD). Deze nieuwe functionaliteit binnen de EMCS-applicatie ligt in lijn met de doelstelling om te evolueren naar een ‘paperless douane en accijnzen’ (PLDA). 
 

De douane heeft nieuwe douaneattachés aangeworven voor de buitenlandse vertegenwoordiging

In 2014 zijn een aantal vierjarige mandaten van douaneattachés verlopen. Daarom heeft de AAD&A een aanwervingsprocedure gestart. Voor de posten in Rusland, India en Zuid-Afrika kwamen nieuwe douaneattachés aan het roer te staan. 
Sinds 1 oktober 2014 vertegenwoordigen Robin Machiels en Babette Desfossez de AAD&A respectievelijk in Rusland en in India. Sinds 1 januari 2015 neemt Stefan Kessen zijn functie op in Pretoria, Zuid-Afrika.

Sinds 2008 heeft de AAD&A een buitenlandse vertegenwoordiging in Rusland, India, China en Zuid-Afrika. In Brazilië is er sinds 2013 ook een douaneattaché bijgekomen. De douaneattachés spelen een belangrijke rol in het vervullen van de doelstellingen van de douane op een internationaal niveau. Zij bevorderen en vergemakkelijken immers de internationale handel door onze ondernemingen op de hoogte te brengen van handelspraktijken, wetgeving en specifieke gebruiken en gewoonten in hun land van vertegenwoordiging. Omdat ze beschikken over een netwerk van contactpersonen, kunnen zij bovendien helpen bij het deblokkeren van ingewikkelde situaties.

De Koninklijke Munt heeft een hele reeks herdenkingsmunten geslagen en te koop aangeboden

De selectie van thema's verloopt volgens een vrij lange procedure. Op basis van voorstellen die worden gedaan door een groep van numismatische experten, maakt het Beheerscomité van de Koninklijke Munt van België keuzes, die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de minister van Financiën. De finale keuze bepaalt het marketingplan.

In het licht van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog heeft de Koninklijke Munt een speciaal stuk van 2 euro uitgebracht. Het stuk draagt het officiële logo van de nationale herdenking evenals het beeld van een klaproos. De munten, waarvan de oplage 1,75 miljoen stukken bedroeg, werden in omloop gebracht in mei 2014.

Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het Rode Kruis in België heeft de Koninklijke Munt in september 2014 een 2 euromuntstuk uitgebracht met het welbekende embleem van het Rode Kruis. 225.000 munten werden in een speciale ‘coincard’ verpakt en 50.000 munten werden verpakt in standaard muntrolletjes om in omloop te worden gebracht. De verzamelaars hebben positief gereageerd op dit initiatief.

Om de 50ste verjaardag te vieren van de ontdekking van BEH-boson, werd een muntstuk ter ere van F. Englert, de Belgische Nobelprijswinnaar natuurkunde, op 4 november 2014 in zijn aanwezigheid geslagen. De voorzijde van het stuk toont zijn profielportret en dat van zijn intussen overleden collega R. Brout. Dit muntstuk is ook speciaal omdat het de beeltenis toont van een nog levende persoon die niet tot de koninklijke familie behoort. De nominale waarde op de achterzijde van het zilveren muntstuk is 5 euro.

Op 4 februari 2014 heeft koning Filip een bezoek gebracht aan de Koninklijke Munt. Hij heeft zelf een aantal muntpersen opgestart om zo de nieuwe muntstukken met zijn beeltenis te slaan. In totaal werden ongeveer 29 miljoen muntstukken in omloop gebracht. Het zijn voornamelijk muntstukken van 2 eurocent, 5 eurocent en 50 eurocent.